Ga naar de inhoud

Verlichting en tolerantie

Vanavond fietsten wij gedrieën door het pikkedonker terug naar huis: een vriendin, wier rijwiel was uitgerust met een degelijke klassieke voorlamp en een vastberaden schijnend rood achterlichtje pal boven de 30 cm wettelijk verplicht wit van haar achterspatbord; daarnaast de huisdichteres, op een krakkemikkige opoefiets zonder deugdelijke verlichting, een tekortkoming die zij compenseert met een futuristische LEDSET op batterijvoeding; ik zelf had geen licht op mijn racefiets – er waren verzachtende omstandigheden voor mijn nalatigheid, maar die doen hier niet ter zake.

Ter hoogte van het Kenaupark kwam er een motorfiets achterop. Hij hield in, volgde ons even dreigend en trok toen ronkend op. Politie.

Politie?

Ik had geen licht, geen reflector, droeg een wijde, zwarte jas met wie weet wat voor contrabande of verdachte pakketjes erin, ik had geen identiteitsbewijs bij me en de ugl’s kwamen mijn oren uit na alle rode wijn en de klantenbindende ouzo. Ik heb doorlopende, onverlichte wenkbrauwen en een mediterraan uiterlijk.

Wat een gewetenloos gajes! Waar betaal je als wetsovertreder in ‘s hemelsnaam belasting voor in dit land? Wat mankeert er aan mijn verkeersdelicten? Ik voelde me behandeld als een tweederangs burger. Ik had gewoon RECHT op een krenkende reprimande, een onredelijk hoge boete, en een vernederende wandeling naar huis met de fiets aan mijn hand. Instinctief zette ik aan voor een spurt om verhaal te halen bij die motoragent, maar reeds na een paar driftige pedaalslagen zag ik het vergeefse van mijn spurt in.

2 reacties op “Verlichting en tolerantie”

  1. Waarschijnlijk vond-ie het niet de moeite waard om je het laatste stuk te laten lopen, omdat je toch al bijna thuis was…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *