Ga naar de inhoud

Wokking for gold

Denk nou niet dat ik Miss Hongkong 1978 onmiddellijk herkende. Veel Aziatische Missen van…

Wacht, ik kan denk ik beter anders beginnen. Het begon allemaal met de primitieve honger die de geconcentreerde cerebraliteit bij het NOVA College Schaaktoernooi van de weeromstuit in mij had gewekt.***

Die oerhonger, gecombineerd met fysieke uitputting door slaapgebrek, deed mij op jacht gaan naar babi pangang met witte rijst. Babi pangang en ik hebben van oudsher iets met elkaar. Ik eet het eigenlijk zelden, behalve wanneer ik erg moe ben – niet voldaan lekker loom moe, maar ‘kapot moe’. Dan verlang ik altijd hevig (vraag me niet wat het werkzame ingrediënt is, het kan het varkensvlees zijn, de sambal oelek of een kleurstofje in de saus) naar babi pangang, nee, naar BABI PANGANG!

Ik had dus een duidelijk doel voor ogen toen ik langs de Zijlweg liep en er zou heel wat voor nodig zijn om me daarvan af te brengen. Desondanks, vlak voor het viaduct, naast waar vroeger snackbar Veldt zat, hield ik stil bij One Earth, take-away and catering. Babi Pangang stond niet op de kaart. Wel Teppanyaki kip: ‘van de hete plaat met knoflook en sjalotjes, afgeblust met saké’.

Het leek me een sympathieke tent. Ik deed de deur open en meteen op de drempel zag ik dat hier een topwokster in actie was. Menig Wimbledonspeelster zou haar benijden om haar voetenwerk en souplesse. Zowel met de backhand als de forehand schikte en herschikte haar spatel de gerechten in de diverse pannen onnavolgbaar rap.

Ik deed mijn bestelling, alles werd vers klaargemaakt en terwijl de vrouw kookte, zei de Nederlandse man achter de toonbank glunderend tegen mij: “Weet je dat zij dertig jaar geleden Miss Hongkong was?”

Ik wist het niet. De voormalige schoonheidskoningin draaide zich om en toonde zich even aan mij, met een haast verontschuldigende glimlach – zo van, er liep verder niet veel bijzonders rond in Hongkong in die tijd en ik was toch in de buurt in mijn badpak – en daarna had ze alleen nog oog voor de hete plaat.

De voldoening van het vinden van een goede voederplek is waarschijnlijk te herleiden tot een diep instinct uit de Cro Magnontijd, toen tafellaken en servet nog niet waren uitgevonden, net zo min als mes en vork en barbecuespies. Dus ik was allang in mijn hum daar bij One Earth, toen ik op de leestafel ook nog eens deze Avenue zag liggen.

“Ja, dat soort dingen vinden wij leuk”, grijnsde de man.

Ze zitten er al vijf jaar zonder dat ik het wist. Deze weekzijn ze nog open t/m vrijdag, daarna hebben Luc en Terry vier weken welverdiende vakantie en daarna weet ik ze zeker weer te vinden.

*** Zie het vorige RaDa-stukje .

2 reacties op “Wokking for gold”

  1. @ Marius. Dit stukje suggereert dat je aan vakantie toe bent en daardoor te veel oerhonger hebt. Zijn de rapportvergaderingen nu echt voorbij? Ik wens het je. Wegwezen: naar een oord met heel veel ex-missen; en een enkele actuele. Droom en geniet. Tahiti misschien?

    Er was eens een dure, dure advocaat, die binnen het eigen kantoor een reisburo ter beschikking had: je belde intern en je ticket lag na een uur voor je klaar (guess welk kantoor). De advocaat bestelde Tahiti voor drie weken.

    Bij aankomst vielen de golfplaten hutjes zo op langs de landingsstrip. Tahiti? Bountyparadijs?

    Verspreking aan de telefoon; misverstand met de reisconsulent in huis: die had ook al niet begrepen waarom de advocaat zo nodig naar Haïti wilde voor drie weken.
    Drie weken armoe, dictatuur en veel antroplogisch veldwerk in plaats van strand, missen en palm. Het sukkelige leven der rijke advocaten.
    Ga naar Tahiti Marius, voor mijn part Texel. Take a break, have an island.

  2. @Kees: Dat valt reuze mee met die vermoeidheid (op afgelopen zondag na), dus als je het goedvindt blijf ik nog even zitten waar ik zit. Maar ik sluit niet uit dat ik deze vakantie t.z.t. nog op een eiland terecht komt.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *