Ga naar de inhoud

Niet officieel

Man in donker kostuum staat naast het open portier van zijn auto aan de Schotersingel. “We mogen hier officieel niet staan”, spreekt hij. Sonore, zelfbewuste stem, die vanuit een kinderzitje in de schemerige cabine prompt wordt beantwoord door een kristalhelder meisjesstemmetje, drietonig van onbegrip: 

“Wa-a-at?”

Je moet het als vierjarig hummeltje ook maar kunnen plaatsen. Want hoe gaat papa dat nu uitleggen?

  • We mogen hier niet staan, jij en ik, maar we blijven toch staan?
  • Wat officieel niet mag, mag officieus wel?
  • Niemand mag hier staan officieel, maar het is niet erg zolang de agenten je niet betrappen?
  • Wij mogen hier niet staan van de mensen die erover gaan, maar dat zijn van die pietlutten – papa bepaalt zelf wel wat hij doet?
  • Gewone mensen mogen hier niet staan, maar voor ons geldt gelukkig een uitzondering?

Wa-a-at?

Nee, wat mij betreft (tot ze achttien zijn) liever een frisse, pedagogisch verantwoorde leugen: “Zo, Amber, hier staan we prima!”


 

.

2 reacties op “Niet officieel”

  1. Ron het Ettertje

    Ja Marius,
    Je hebt volkomen gelijk, een 4 jarige moet je niet belasten met slap gewauwel. Simpel blijven tegen je kind is het beste, en dat gele papier achter de ruitewisser steek je in de binnenzak en betaal je op een later tijdstip. Dat is jouw taak en zaak als opvoeder van je kroost..
    Op het moment dat ze pakweg zestien zijn en een eigen vervoermiddel ambieeren, is het vroeg genoeg om te vertellen over die regeltjes!

  2. Lang geleden heb ik eens zo’n jongen aangesproken op zijn parkeergedrag: een zilvergrijze Mercedes, nieuw, dik, en aan de overkant stond een bloedrode Ferrari, nieuw, slank. Beide dubbelgeparkeerd. In de ochtendspits bij de school waar ik mijn dochter heen bracht.
    De jongen was blond, dik en groot. Hij had aan mijn gemier geen boodschap, had belangrijker zaken aan het hoofd. En zonder ook maar een verkeerd woord uit te brengen ging er een enorme dreiging van de man uit.

    Later werd hij neergeschoten op diezelfde plek toen hij zijn dochter naar de school even verderop bracht. Het hummeltje zat toen naast hem, met ongetwijfeld een kristalheldere stem: “Wa-at?”. Het bleek Cor van Hout te zijn.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *