Ga naar de inhoud

augustus 2010

Metaaldetector

Twee eeuwen te laat geboren en ook nog eens in het verkeerde land, dacht ik toen ik die man langs de oever van de Schotersingel zag scharrelen met zijn metaaldetector. Langs de oevers van de Theems wemelde het in de Victoriaanse tijd van mensen die hoopten in het slijk iets van hun gading te vinden. Mudlarks werden ze genoemd en vaak hadden ze een specialisatie: rag-gatherers (voddenrapers), bone-pickers (die karkassen zochten)… Lees verder »Metaaldetector

De natste dag

Nee, gewoon negeren, daar staan wij boven, blufte ik toen we de wandelafspraak maakten – regenen we dood, dan regenen we dood. Toen we uitstapten op station Overveen, waren er ‘s nachts al heel wat weerrecords gebroken en het water stond regenmeters in het hele land aan de lippen. We schuilden tot we zeker wisten dat het niet zou opklaren en gingen op pad naar de Kennemerduinen. Tussen Koevlak en… Lees verder »De natste dag

Brugwachtersgeluk

Na de tunnelmoord nog een scenario. Oudere brugwachter, man alleen. Het lot is tamelijk onbehouwen met hem omgesprongen. Vanuit zijn benauwde cabine ziet hij illusieloos het leven aan zich voorbijtrekken. Beneden de beroepsvaart, plezierjachten, rondvaartboten, een enkele kanoër; over de weg iedereen die zo nodig naar een andere oever moet: pizzakoeriers, postbodes, buggy’s en begrafenisstoeten, huisvrouwen op de fiets met uitpuilende tassen. Scharrelaars, twijfelaars, doordouwers. Als zijn dienst er ‘s… Lees verder »Brugwachtersgeluk

Tunnelvaarders

Géén nachtmerrie: het goed onderhouden, geasfalteerde fietspad langs een Frans kanaal gaat over in een karrespoor. De eenzame fietser begrijpt dat hij is verdwaald, maar zet koppig door, ook als het karrenspoor overgaat in een modderstrookje langs een kanaaltunnel. Een onwaarschijnlijk lange tunnel. Flauw verlicht, gelukkig wel, maar zijn onbehagen groeit als de blubber hem dwingt af te stappen en hij vóór noch achter zich daglicht ziet. Het overkwam mijn… Lees verder »Tunnelvaarders