Ga naar de inhoud

Tonio

Zo’n dertig jaar geleden: ‘s ochtends vroeg – het was nog donker – werd ik op de fiets geramd door een auto die aan kwam scheuren over de Kenaubrug. Ik tuimelde over mijn stuur en mijn hoofd maakte een lelijke dubbele stuit op het asfalt van de Verspronckweg.

Er waren twee mannen uitgestapt, ik stond half op, wilde mijn beklag doen, maar de hoofdpijn was sterker dan de verontwaardiging. De mannen hadden zich al over mijn verwrongen voorwiel gebogen (niet over mij) en een van hen riep net iets te gretig: “Je had geen licht! Je licht deed het niet! Kijk maar, dat draadje zit los.”

Zulke mannen. Vóór de botsing en hun technisch onderzoek had ik wèl licht, dat wist ik zeker.

Afijn, het had veel slechter af kunnen lopen dan het weekje duizeligheid en trillerigheid dat ik eraan overhield en de fiets werd gerepareerd. Wel heeft het lang geduurd eer ik auto’s weer enigszins vertrouwde. Iedere auto was een potentieel moordwapen. Ik gaf te pas en te onpas voorrang, remde waar ik voorheen accelereerde, de vanzelfsprekendheid waarmee andere fietsers zich door het verkeersgewoel slingerden, kwam mij voor als suxefcidaal.

Gisteren betrapte ik mezelf erop dat mijn verkeersangst terug was, zij het in mildere vorm.

Dat komt door de impact van een boek. De afgelopen dagen heb ik Tonio gelezen, A.F. Th. van der Heijdens ‘requiemroman’ over zijn op 21-jarige leeftijd verongelukte zoon, die op de fiets werd aangereden door een Suzuki Swift, nu iets meer dan een jaar geleden. Een boek zo dik als een grafsteen, waarin de vader/schrijver je meesleurt in de maalstroom van zijn verdriet. Dwangmatig klauwt hij aan zijn wond, obsessief stelt hij zich tot in de kleinste details voor hoe zijn zoon wordt geschept. En geschept. En geschept.

Waarom wil je zoiets lezen, vroeg iemand me.

Ja… uhhh… omdat ik eraan begonnen was. Daarna kan je eigenlijk niet anders meer dan doorlezen. De stuurloze ouders in de steek laten tijdens hun nachtmerrie zou voelen als verraad (zelfs incidentele stilistische irritaties die me af en toe bekropen, kwamen me ongepast voor), met als gevolg dat je er dagenlang constant van doordrongen bent hoe kwetsbaar jij en je dierbaren zijn voor het noodlot.

Of je aan deze zelfpijniging moet beginnen is een andere vraag. Jullie zijn gewaarschuwd.

.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *