Ga naar de inhoud

Naamblindheid

Hoe vaak zal ik nou al niet langs de Kinderhuisvest zijn gelopen zonder die fraaie naam op te merken?

De andere namen in het rijtje mogen er overigens ook wezen: Theodorus Elout junior, meester Gerard van Otelaar, Cornelis Krul, Jacob Helma.

Regentennamen, en als zodanig vermeld op de ‘cartouche’ aan de gevel van het Magdalenaklooster, waar de Haarlemse daklozenopvang is gehuisvest.

Gisteren zag ik ‘m dus wèl, voor het eerst sinds 1727.

Gerard Weeksteen!

“Die moet in een roman, dat móet een romanpersonage worden!” jubelde ik (we hadden net het terras van het Zwaantje bezocht, wat de jubeligheid sterk bevordert).

De huisdichteres had direct een schrijver bij de kladden in wiens oeuvre Gerard Weeksteen niet zou misstaan. Nee, niet Bordewijk (die haalde zijn namen trouwens uit het telefoonboek).

Nou, dat was het dan weer! Want ik verklap die schrijver niet. Ik hoef jullie toch niet alles voor te kauwen? Wie een eigen theorie te berde wil brengen, gelieve die in het daartoe bestemde vakje te leggen – hier recht onder.

 

11 reacties op “Naamblindheid”

  1. Louis Feron die bedacht ook prachtnamen voor zijn personages. Misschien Godfried Bomans, maar ga meer voor Louis pracht schrijver was dat.

  2. Komt er in de Donald Duck niet een Cornelis Prul voor, die founding father van Duckstad is?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *