Ga naar de inhoud

Bevroren tijd

Wie zei daar dat er nooit iets gebeurt in Haarlem? Vannacht viel in de Boris Pasternakstraat een man van een dak die een ongewenste wensballon aan het blussen was.

De man viel bij het vallen door een glazen tafeltje (knap, hoor!) en bleef bij deze circusact gelukkig ongedeerd. ‘Brandweer, politie en een ambulance kwamen ter plaatse’, meldt mijn favoriete binnen- en buitenbrandjeskrant Grote Broer het HD op de website (ook bijzonder, dat wil wel eens heel anders zijn als de verzamelde hulpdiensten een verkeerde afslag nemen en dat pas na drie dagmarsen constateren) en zo liep alles met een sisser af.

Wie wél zei dat er in Haarlem niets gebeurt, is Cornelis Mooij, sedert kort wethouder van van alles en nog wat – dit na het vertrek van Pieter Heiliegers, die een schrikbewind gaat voeren als burgemeester van Haarlemmerliede en/of Spaarnwoude.

Cornelis Mooij hadden we het over. Mooij deed in de raadscommissie bestuur, zo lees ik op dezelfde HD website, een uitspraak over het ambtelijk apparaat hier ter stede waar ik paf van sta. PAF!!! PAF!!!!!!

Laat ik vooropstellen dat ik in dezen niet van de hoed en de rand weet (en dan blijft er weinig over, welbeschouwd), ins noch outs ken (onder mijn beste vrienden zijn geen gemeenteambtenaren, of ze houden het verdomd goed verborgen) en dat de onderhavige kous voor mij derhalve naadloos is. Ik weet alleen wat ik heb gelezen:

‘De gemeente Haarlem heeft tientallen jaren lang niet geïnvesteerd in de kwaliteit van het eigen personeel. Op afdelingen als automatisering en het archief is heel lang niets gebeurd. Daarom werken er nu zoveel mensen van buiten de organisatie.’

Dixit Cornelis Mooij. ‘Tientallen jaren…’ Dat kunnen er zestig zijn, of veertig… Laten we het op 25 jaar houden, dan nog is het onvoorstelbaar dat in een tijdperk waarin werknemers zich permanent moeten verantwoorden en bewijzen (in functioneringsgesprekken, met Persoonlijke Ontwikkelingsplannen, die hele krampachtige ratrace-rimram) op diverse gemeenteafdelingen nog op dezelfde manier wordt gewerkt als in de tijd van (de naam is onvermijdelijk dezer dagen) de oude Drees – of laat het de jonge Drees zijn, dan nog is het een blamage.

Moeten we Mooijs woorden met een korreltje zout nemen? Nogmaals, ik ben slecht ingevoerd, ik ken alleen de net gerestaureerde buitenkant van het stadhuis, maar wat ik wel weet is dat Mooij zich luttele (dus geen tientallen!) weken na zijn aantreden heeft ontdaan van gemeentesecretaris Saskia Borgers. Zo’n maatregel neem je niet lichtzinnig, zelfs niet als ex-gedeputeerde van het beruchte college onder Borghouts.

Uit de berichtgeving rijst het beeld van een stuntelende, blunderende organisatie, die zwaar leunt op de ingehuurde krachten. En als ze er helemaal niet meer uit komen, steken ze in arren moede een wenslampion op…

Tientallen jaren… Dat is best lang, beste Raarlemmers, en wat ík me afvraag: waar was IEDEREEN al die tijd? De Muggenmeesters, alle andere wethouders minus Mooij, successievelijke gemeenteraden, de ambtelijke Toppers, de kritische pers?

Antwoorden svp in het daartoe bestemde vakje hieronder – ook externe krachten wordt uitdrukkelijk verzocht te reageren!

14 reacties op “Bevroren tijd”

  1. Peter de Pagter

    In feite doet Cornelis Mooij zwaarwegende uitspraken over het functioneren van de gemeenteraad. Niet alleen over de afgelopen tientallen jaren, maar ook over het huidige functioneren. Uitspraken over de autorisatiefunctie van de gemeenteraad (“wat willen we bereiken, wat gaan we doen en wat mag dat kosten”) en de controlfunctie van de gemeenteraad (“hebben we bereikt wat we hebben beoogd te bereiken, hebben we gedaan wat wij daarvoor zouden doen en heeft het gekost wat we dachten dat het zou kosten”). Een gemeenteraad die zichzelf serieus neemt, kan dit niet over zijn kant laten gaan. Daarbij zijn er maar twee mogelijkheden: excuses van de gemeenteraad aan de Haarlemse burgers (Mooij heeft gelijk) of het wegsturen van Cornelis Mooij (Mooij doet uitspraken de gemeenteraad betreffende die hij niet kan staven).

  2. Albert Vermeulen

    Cornelis Mooij was van 1990 tot en met 1998 wethouder verantwoordelijk voor personeelszaken en daaraan voorafgaand raadslid voor de VVD. Dat valt toch ruimschoots binnen die decennia? Ik ben benieuwd of hij het echt zo gezegd heeft.

    Overigens zijn de door Peter de Pager genoemde oplossingen onjuist. Het aansturen en controleren van het ambtenarenapparaat valt immers, anders dan hij verondersteld, volledig buiten de bevoegdheid en verantwoordelijkheid van de gemeenteraad. De controlfunctie van de raad gaat over beleid en financiën maar strekt zich niet uit naar het controleren van urenbriefjes of het inzien van de verslagen van functioneringsrapporten of beoordelingen. Dat is een taak van het college. Ik wens Cornelis sterkte en wijsheid.

  3. Peter de Pagter

    @Albert Vermeulen Met het aannemen van de begroting autoriseert de Haarlemse gemeenteraad de doelstellingen en de te bereiken prestaties, alsmede de in te zetten instrumenten en middelen (formatief en financieel). En dan hebben we het ook over de beleidsmatige aspecten van de bedrijfsvoering (zoals de kwaliteit van de werknemers). Volgens Cornelis Mooij is er op het vlak van het personeelsbeleid nogal wat mis en doet hij dus uitspraken over de wijze waarop de gemeenteraad van Haarlem haar budgetrecht toepast en invulling geeft aan haar controlerende tak.
    In het kort: de gemeenteraad stelt de kaders voor het personeelsbeleid. Het college voert dat beleid uit en de raad controleert de uitvoering.

  4. Is Mooij nog steeds een autovrije bestuurder? Zo ja, dan maakt hem dat nog steeds een onbetrouwbare VVD’er en dus een betrouwbaar mens. 🙂

  5. Zo zie je maar, een kleine, gestrenge overheid en verder alles overlaten aan de standen.
    Terug naar de Middeleeuwen.

  6. Fedde Reeskamp

    “… Tientallen jaren… Dat is best lang, beste Raarlemmers, en wat ík me afvraag: waar was IEDEREEN al die tijd? De Muggenmeesters, alle andere wethouders minus Mooij, successievelijke gemeenteraden, de ambtelijke Toppers, de kritische pers?…”

    In 2002 telde Haarlem meer dan 2000 ambtenaren. Daarvan zijn er nu meer dan 900 ‘buiten de organisatie’ geplaatst. Denk aan de archiefdienst, de RATD, Frans Hals, het onderwijsbureau, etc etc. Deze operatie (bijna afgerond) was noodzakelijk, maar kon niet zonder ingrijpende reorganisaties plaatsvinden.

    In die eerste periode na de wet dualisering maart 2002 (zie reactie Albert) werd de gemeenteraad nog jaarlijks op de hoogte gehouden van details, daarna niet meer. We zagen dat er prima plannen waren met betrekking tot het houden van functioneringsgesprekken, persoonlijke ontwikkelingsplannen (POP), caroussels etc etc, maar dat die plannen niet of nauwelijks werden uitgevoerd. Er was onvoldoende regie.
    Uit een werknemerstevredenheidsonderzoekuit die tijd bleek dat de leiding over de gehele linie tekortschoot.

    Mijn inschatting is vooral in die periode (na 2006 ontving de gemeenteraad geen informatie meer over de oganisatie) iedereen zo enorm bezig was met reorganisaties en de daarbij behorende interne apenrotsstrubbelingen (De Kramer, Maan, Den Haan, Sleddering, Van Eijsden) dat het hele aspect ‘ontwikkelen en borgen van kennis’ ondergesneeuwd raakte.

    Wat niet helpt, maar dat is verder geen excuus, is dat in de periode van economische hoogtij ook best lastig was om goede, jonge ambtelijke talenten in de organisatie te houden. Velen van verhiurden zich ofwel als externe ZZOP’er aan andere gemeentes, anderen gingen in vast dienstverband bij marktorganisaties werken, die zich dan weer bij gemeentes als Haarlem als externe deskundigen aanmeldden.

    Een laatste punt: het ambtelijk apparaat van Haarlem is sterk vergrijsd. Dat is een voordeel gebleken in het natuurlijk laten afvloeien van personeel, maar dat betekent nu wel dat Haarlem ook (dus niet alleen door verwaarlozing van de ‘education permanente’) in korte tijd veel ‘ingebedde’ organisatorische ervaring is kwijtgeraakt.

    Tel daarbij op het feit dat allerlei veranderende wetgeving en doordecentralisatie (ook weer onder Rutte2) niet bepaald bijdraagt tot stabiliseren van de situatie, et voilá.

    Kortom, of dit ‘al decennia’ speelt, dat weet ik niet. Ik geloof wel dat het gedoe rond het managementteam en de afdelingshoofden ervoor gezorgd heeft dat er de afgelopen 4 jaar nauwelijks vordering is gemaakt om de situatie te verbeteren. Het afscheid van de gemeentesecretaris is een stapje, maar daarmee zijn we er nog lang niet. Ik vertrouw er evenwel op dat Cornelis Mooij een flinke slag zal kunnen maken.

    Terug naar de vraag, hierbij mijn antwoord: Ja, we waren erbij, we zagen het fout gaan, we trokken aan de bel, reorganisaties vonden plaats, het apparaat werd afgeslankt, mensen werden omgeschoold, vervangen, afgevloeid, boventallig verklaard, etc etc maar het resultaat van alle inspanning is ronduit teleurstellend.

  7. Meeste is al helder verwoord door Fedde en overigens sluit ik me aan bij de reactie van dhr. Vermeulen op Peter de Pagter, als het gaat om de rol van de raad. Dit niet om ons eigen straatje als raadsleden schoon te vegen, maar gewoon omdat de raad idd niet gáát over intern personeelsbeleid. Sterker: als we daar al te directe vragen over stellen, krijgen wij te verstaan dat we ons daar niet mee dienen te bemoeien (in andere bewoordingen dan). Zo vroeg ik ooit voor de aardigheid eens naar het percentage ambtenaren dat in Haarlem woont. Dit m.n. n.a.v. stapels domme foutjes in bestemmingsplannen e.d., waaruit blijkt dat opstellers van die dingen vaak geen flauw benul blijken te hebben van het gebied waarvoor ze zo’n bestemmingsplan aan het opstellen zijn.
    Antwoord dat je dan krijgt is dat dit niet relevant is, omdat de kwaliteit van onze Haarlemse bureaucraten niet afhankelijk is van waar ze vandaan komen en de raad zich daar ook niet in moet mengen; zulks is gedelegeerd aan het college. Punt.

    Het is maar ‘n klein voorbeeldje, ter illustratie.
    Ook komt het me nogal eens voor, dat ik van ‘lagere’ ambtenaren en medewerkers van aan gemeente gerelateerde organisaties (neem Spaarnelanden, waar gemeente 100% aandeelhouder van is) te horen krijg dat ze een spreekverbod hebben tegenover media en raadsleden (!). Klinkt bizar, maar ik heb het al enkele keren meegemaakt.

    Voorts moeten we het dan dus doen met de regelmatige rapportages met kinderlijke rode, oranje en groene ‘smileys’ over de ‘verbetering van de interne bedrijfsvoering’. Zoals opgesteld door -verrassend!- de eigen organisatie…
    Jaar op jaar laat die overigens meer rode en oranje, dan groene smileys zien en per rapportage verschieten die verkeerslichtjes ogenschijnlijk willekeurig van kleur.
    Daar moeten we het dan mee doen.
    Leveren we daar als raad dan geen kritiek op? Tuurlijk, volop.
    En wat kan ze dan nog meer doen? Nou, een wethouder naar huis sturen. Dat is het wel zo’n beetje…

    Of de zaak voor de zoveelste keer tóch op de agenda zetten; één keer was dat extra zinvol, toen bwv uitzondering een extérn onderzoeker de organisatie had doorgelicht en daar rapportage van maakte. Dat rapport hèbben we dan ook, op mijn verzoek en na wat tegenstribbelen van het college, destijds besproken in de raadscommissie. En ik kan dit rapport een ieder aanbevelen, van harte; niet eerder heb ik in de afgelopen 6,5 jaar dat ik in de raad zit, een zó onomwonden, helder, kort en bondig (iets van 10 pagina’s; daar kan eigen organisatie veel van leren, zoals ook leesbaar taalgebruik!) rapportje voorgeschoteld gekregen.
    Ook niet eerder heb ik een zó vernietigende rapportage gezien over het Haarlemse apparaat. Het gaat om de notitie van Berdiny Cornielje, uit 2011. Wie weet lukt het iemand die van de gemeentelijke site te plukken (ook dit is doorgaans een hels karwei, niet zelden zonder resultaat…).

    Tip voor bij het lezen ervan: niet op een stoel gaan zitten; je valt er geheid van af..! In dat kader ook maar liever geen eigen klompen in de buurt.

    Tot slot: Mooij relativeerde nog enigszins, met de opmerking dat Haarlem niet uniek is, hierin. Het is typisch iets des overheids. Dat is natuurlijk geen excuus, maar ik vrees dat hij goeddeels gelijk heeft; in het bedrijfsleven zouden mensen al 100 keer ontslagen zijn bij zovele wanprestaties. De goeden niet te na gesproken, uiteraard; er zijn er, die hun werk uitstekend doen! Maar ja, ook die zitten midden in dit verziekte cultuurtje met bureaucratie, onnavolgbare hiërarchie en andere vervelende -iën…

    Ik kijk eigenlijk nergens meer van op, als het om het gemeentelijk apparaat gaat. En lees voor je eigen gemoedsrust vooral de dikke nota’s niet die verschijnen rond de talrijke reorganisaties, want dat is pas echt onbegonnen werk, zo doorspekt met managementgezwets en vaagtaal als dat soort nota’s is. Ook daar kun je als eenvoudig raadslid dus echt geen kl**t mee. En dat is ook precies de bedoeling… Voor de opstellers van dat soort nota’s geldt slechts het ‘uurtje-factuurtje’….

  8. Peter de Pagter

    @Sjaak Vrugt De gemeenteraad gaat inderdaad niet over de interne processen van het ambtelijke apparaat. De gemeenteraad gaat echter wel over de prestaties die het college met behulp van dat apparaat dient te behalen, alsmede over de kwaliteit van dat gemeentelijke apparaat. Als Cornelis Mooij gelijk heeft, heeft de gemeenteraad ten aanzien van de bedrijfsvoering zitten slapen bij het behandeling van de begrotingen, de jaarrekeningen en de voortgangsrapportages. De gemeenteraad zoomt wel graag in op de prestaties van externe partijen (burgers, bedrijven, organisaties en andere overheden), maar is stil bij het beleidsmatig functioneren van de eigen (interne) organisatie.

  9. als ambtenaar kan ik nietr anders constateren dat iedereen wel ergens gelijk heeft. (ik werk overigens niet bij Haarlem). Ambtenaren diue er niet wonen kennen de plaatselijke situatie niet, geven weinig tegengas aan de bestuurders, nemen niet de moeite om eens echt in een buurt te gaan kijken of kunnen dat niet want de prestatieafspraken in het werkplan belemmeren dat, werekn niet integraal, wan t ze hebben een project met een bepaalde doorlooptijd en daarmee vergeten ze dat de wereld groter is dan hun project, laten zich door een wethouder op pad sturen met opdrachten, zonder de belangen van de stad als geheel goed in afweging te nemen, enzovoorts. Vaak gaat het er in mijn ogen om dat er of te veel taken liggen, omdat er in jaar X nou eenmaal afgeproken is geld uit te geven en niet-uitgegeven geld niet in hget begrotingssysteem past of omdat er onvoldoende schrerp is wat nou exact de taak is. Veel ambtenaren wijken te vaak af van de daadwerkelijke doelstellingen van de gemeente. En daardoor worden er weer allerlei externen ingehuurd, die daar rapportjes over mogen schrijven. Verder is er de macht van beleid. Veel geld en tijd gaat verloren door veelvulidg beleid ter discussie te stellen en onvoldoende snel tot uitvoering te komen. Projecten worden zo onnodig duur en soms zelfs een stuk duurder dan geraamd doordat al die beleidsadviezen getoetst worden door externen, en subsidies verminderen. Zonde!!

  10. Marius (Rada-reda)

    @allen: zeer erkentelijk voor de uitvoerige en informatieve reacties (en leve de eenmansfracties in de raad- die kunnen toch wat spontaner reageren kennelijk).

  11. @peter de Pagter: je schrijft tamelijk stellig: “De gemeenteraad (…) is stil bij het beleidsmatig functioneren van de eigen (interne) organisatie.”
    Juist voor iemand die als één van de niet vele Haarlemmers de raad nauwgezet volgt, denk ik toch dat je dan enigszins selectief luistert naar de debatten in de afgelopen jaren; bij herhaling wordt bij die voortgangsrapportages gehamerd op de gotspe, dat we wèl in staat zijn om tal van kleine subsidietjes aan instellingen te schrappen, maar de miljoenen over de rand klotsen / weglekken / in het Spaarne worden gekieperd binnen de eigen organisatie. Door geblunder, gekluns en ga zo maar verder. Dat de ene fractie daar nogal wat scherper in is (traditioneel zijn dat nou eenmaal de oppositiefracties als in deze periode CDA, FR, AP, OPH, SP, etc.) dan de anderen, is daarbij zeer spijtig. Ik blijf er echter bij, dat we nu eenmaal niet bij machte zijn om als raad ambtenaren de laan uit te sturen o.i.d.
    Mocht je nadere suggesties hebben t.a.v. stappen die we wèl zouden kunnen zetten, houd ik mij oprecht van harte aanbevolen!

    p.s.: Het is andersom nog gekker: een afdeling die wèl maatwerk levert en goede dienstverlening, de afd. bijzondere doelgroepen binnen de sociale dienst, wordt nu juist opgeheven en waar een motie van mij dit nu juist had willen tegenhouden, werd deze door meerderheid weg gestemt. In die zin ben ik weinig hoopvol over het doortastend vermogen van een meerderheid van de raad. Coalitiefracties blijven nu eenmaal traditiegetrouw hun college verdedigen; dat zijn de ongeschreven regeltjes binnen het wonderlijke theater aan het (duale?) Prinsenhof.

    p.s. 2: Recent een helder voorbeeld: het gemeentelijk vastgoed is, ook sinds de enquête vastgoed van jaren geleden, nog altijd niet volledig in kaart. Zeker financieel niet. Toen eea weer eens ad orde kwam in de cie, opende de wethouder zijn 1e termijn met de open deur, dat je eerst moet weten wat je hebt en hoe je er voor staat, voor je besluiten kunt nemen. In mijn reactie gaf ik aan dat de wethouder hier natuurlijk volkomen gelijk in had, maar dat mijn onvermijdelijke conclusie dan is, dat we (ergo), gelet op feit dat de boel nog steeds niet op orde is, de afgelopen 10 jaar tientallen (en ik had moeten zeggen honderden) besluiten hebben genomen, die dus niet of op z’n minst onvolledig op de juiste onderliggende feiten gebaseerd zijn.
    Hierop werd ik door niemand, ook niet door de wethouder, weersproken.

    Het was overigens niet de 1e keer dat ik die ontluisterende conclusie heb moeten verkondigen in de afgelopen jaren; aan de hand vd diverse rapportages heb ik daar vaker in scherpe bewoordingen (verwensingen zijn nu eenmaal niet toegestaan) tegen geageerd. Maar laten we eerlijk zijn: daar koopt vervolgens niemand iets voor; wethouders, gemeentesecretaris en overige top, zijn verantwoordelijk voor deugdelijke bedrijfsvoering en administratie.
    Het is opmerkelijk te noemen, zoals hier eerder aangehaald, dat Mooij zo’n uitspraak doet in de wetenschap dat hij zelf jaren die verantwoordelijkheid heeft gehad en sinds kort weer heeft. Nu maar hopen dat hij er nu dan verder mee komt dan destijds kennelijk het geval was…?!

    Die kans moet hij uiteraard krijgen; het zou een klucht zijn hem nu direct na z’n aantreden op basis van zijn eigen conclusie weg te sturen; dan kunnen we dat bij iedere opvolger doen en raakt de kas vanzelf leeg aan wachtgeld voor gewezen wethouders…
    Maar idd: het is meer dan wrang dat we van tal van instellingen (Veiligheidsregio, Recreatieschap, Paswerk, etc.) eisen, dat bedrijfsvoering op orde komt, terwijl het in eigen huis een teringzooi blijft.
    Zo moet ik ook altijd een beetje grinniken bij het aanbieden van schuldhulpverlening door deze gemeente; je zal op dit vlak zo’n dienstverlener hebben, met zelf een schuld van een half miljard…!

  12. Peter de Pagter

    @Sjaak Vrugt. Nu raak je des Pudels Kern: de gemeenteraad (en met name de oppositie) reageert op incidenten. Meestal zie je dan de bekende beweging: de coalitie sluit de rijen om de ‘aanval’ af te slaan. Het lijkt mij beter om bij de behandeling van de begroting of naar aanleiding van incidenten, je te richten op een beleidsmatige aanpak door het benoemen van te bereiken prestaties (prestatie-indicatoren). Onlangs hoorde ik in de Haarlemse gemeenteraad een interessante norm, de maximale duur van de inhuur van externen. Daarbij werd een duur genoemd van 6 maanden. Oppositie en coalitie kunnen zich snel vinden in dit soort getallen (en het sturen daarop). Dit in tegenstelling tot het reageren op signalen over vermeende excessen.

    Cornelis Mooij stelt: “De gemeente Haarlem heeft tientallen jaren lang niet geïnvesteerd in de kwaliteit van het eigen personeel. Op afdelingen als automatisering en het archief is heel lang niets gebeurd. Daarom werken er nu zoveel mensen van buiten de organisatie.” Nu kan de raad natuurlijk aan de Rekenkamercommissie vragen om advies uit te brengen over de mogelijkheden tot beleidsmatige aansturing van de kwaliteit van het personeel van deze onderdelen van het gemeentelijke apparaat. Ik kan mij ook voorstellen dat er vanuit de gemeenteraad een voorstel komt ten aanzien van prestatie-indicatoren. Wat denk je van de volgende over 4 à 5 jaar te bereiken indicatoren per organisatie-eenheid:
    – de gewenste formatie
    – het gemiddelde salarisniveau
    – verhouding intern/extern (zowel formatief als in geld)
    – maximale duur externe inhuur
    – minimaal aantal jaren ervaring van het personeel (kennis)
    – minimaal aantal jaren ervaring bij de gemeente Haarlem
    – gemiddeld aantal dagen bijscholing per jaar
    – etc.
    Jaarlijks worden over dergelijke indicatoren in de gemeenteraad afspraken gemaakt (gaan onderdeel uitmaken van de P&C-cyclus van de gemeentelijke organisatie) en over de voortgang wordt door het college verslag gedaan in de diverse jaarlijkse rapportages. Het Rijk maakt al gebruik van een dergelijke strategische personeelsplanning (spp). Onlangs heeft de Algemene Rekenkamer een interessant rapport over de toepassing van spp uitgebracht aan de Tweede Kamer. Daarbij wees de rekenkamer op de gevolgen van de uitstroom van personeel (zowel de uitstroom van de babyboomers als de formatiereductie uit het regeerakkoord) op de toekomstige kwaliteit van de Rijksorganisatie (2015/2016).

  13. De man viel bij het vallen door een glazen tafeltje (knap, hoor!) en bleef bij deze circusact gelukkig ongedeerd.

    Als je bedoelt dat het glazen tafeltje heel bleef toen hij er doorheen viel, is dat niet zozeer een circusact als wel tovenarij. In dat geval is het ook niet verbazingwekkend dat hij ongedeerd bleef.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *