Ga naar de inhoud

Verhaal halen

Ik kwam met een bak daging bali uit de snackbar, pakte mijn fiets en liep met fiets aan de hand het lege parkeervak in om de weg over te steken. Een auto remde krachtig en kwam centimeters van mijn kettingkast tot stilstand. Ik deinsde terug – de schrik was groot.

De auto bleef scheef dwars over het parkeervak staan; er stapte een man uit die me iets toeriep als ‘Ja, jij zag me niet aankomen, hè? of ‘Ja, je moet wel uitkijken’. Ik bracht iets onsamenhangends uit en hij herhaalde jolig dat ik niet had gekeken. Triomfantelijk, klonk hij, om niet te zeggen honend. Zonder mijn antwoord af te wachten verdween hij in dezelfde snackbar waar ik zojuist mijn eten had gehaald.

Na een korte reconstructie snapte ik waarom ik de auto niet had zien naderen. Hij was van de rechterkant dat vak in gereden en was dus de rijbaan vlak voor mij tegen de rijrichting in overgestoken. Ik keek, minder verbouwereerd nu, naar die slordig achtergelaten auto en voelde woede opkomen. Hevige woede. Ik ging verhaal halen, merkte ik.

De man (ongeveer veertig, weelderige grijze haardos, in beige pak) stond al op zijn bestelling te wachten. Ik had geen plan, ik was bovenal kwaad. Maar ik had tekst, merkte ik, zodra ik mijn mond opendeed.

“Meneer, ik wil u iets zeggen over uw toon. Ik begrijp uw toon niet. Want er is zojuist níets maar dan ook niets gebeurd waardoor u zo vrolijk zou moeten klinken.”

Hij begon aan een verkeerstechnisch betoog over richtingaanwijzers, dat zijn gelijk moest bewijzen en dat makkelijk tot eindeloos gewellesnietes had kunnen leiden. Ik kapte hem af. “Luister, zo’n voorval zou voor niemand leuk moeten zijn. Voor mij niet, want het scheelde niks of ik lag bloedend onder uw auto. Voor u niet, want u had bijna iemand aangereden. Ik heb het niet over schuld. Bent u het met me eens dat uw toon misplaatst was? Dat het ook anders had gekund?”

Hij bond in. Hij erkende mijn gelijk. Ik mocht weg van mezelf. Waarmee ik nog steeds niet weet wat hem bezield had. Was het bluf geweest? Zijn gewone bravoure? Wat mij bezield had om terug te lopen en daar over zijn onheuse omgangsvormen te beginnen, begreep ik evenmin. Want wat is er mis met gewoon een zijspiegel kapot trappen, of twee ruitenwissers knakken?

2 reacties op “Verhaal halen”

  1. De voorruit van een auto wekt in moreel opzicht gezichtsbeperkender dan de spreekwoordelijke plank.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *