Razende Bol naar Bloemendaal?

“U probeert de schuld naar beneden te spelen, terwijl ú verantwoordelijk bent!”, citeert het Haarlems Dagblad VVD-er Chris van Velzen. Harde taal, zeer zeker, maar vooral lelijke taal.

Die ‘ú’ zijn B&W Haarlem en de verantwoordelijkheid betreft de geslonken financiële reserves bij het Grondbedrijf. Volgens de krant houden de meeste politieke partijen tot het debat van woensdag ‘hun politieke kruid droog’.

In het algemeen trouwens wel aan te bevelen, je kruid droog houden. Kurkuma en oregano doen het slecht onder water.

Na droogte komt nattigheid: in dezelfde krant lees ik dat het strand bij Bloemendaal bij vloed nog krap drie handdoeken breed is en dat de Bloemendaalse Wethouder van Strandzaken Victor Bruins Slot inmiddels meedenkt met de moe geshovelde strandpaviljoenhouders. En met vrucht: wellicht dat in het najaar het ‘zandbanket’ kan worden afgegraven. Een andere optie is de strandtenten op palen te zetten.

Mijn eigen voorkeur: laat ze ondergronds gaan, net als parkeergarages. Want wat er de laatste jaren aan de boulevard verrijst is een belediging voor het oog:

Die zee van ons geeft sowieso een hoop gedoe. Het opspuiten van het strand bij Den Hoorn op Texel kost jaarlijks 4,5 miljoen en nu heeft landschapsarchitecte Lieneke van Campen bedacht dat de kustafslag verholpen kan worden door het in tweeën hakken van zandplaat de Razende Bol. Het is een fascinerend artikel (HD 14 mei). Ze wil een vaargeul maken van zeven meter diep (= zeven miljoen kubieke meter zand), waarna het bovenste deel van de Razende Bol zich aan Texel zal hechten. En de klus kan worden geklaard met snijkopzuigers.

Gewoon een kwestie van even het snijk opzuigen en ergens anders storten (misschien kan Bloemendaal wat bietsen of heeft het Grondbedrijf er wat aan?). Snijk, zeker weer zo’n leuk streekwoord, net als slufter.

Pas als de ontbijtkoffie begint te werken vallen de let-ter-greep-streep-jes op de juiste plaats.