Bestaat het dat je dertig jaar na dato ineens spijt krijgt van een spontane lachsalvo?In mijn studententijd liep ik per ongeluk een Amsterdamse boekwinkel binnen toen Simon Vinkenoog daar bij een microfoon stond te gesticuleren en orakeltalen. Niet mijn dichter: oosterse tantra- en mantra centra, Tibetaanse kloosters en de Ruigoord-scene liggen achter mijn geestelijke horizon (zeg maar de lijn Halfweg – IJmuiden).
‘GRAAS, GRAAS GODVERDOMME GULZIG VAN HET GRAS, GODS GODDELIJKE GRASWALT WHITMANS WONDERGRASONS GRASKIETELT, RITSELT, RUIST, ZINGTGRAS: EEUWIG VERTRAPTE PORIEPRIKKELENDE PROMISCUEANTIKAPITALISTISCHE GROENHEID’***
Of woorden van gelijke strekking… En ik lachte mijn schaterende, luide lach – met net genoeg hoon erin om de toehoorders om te doen kijken.
(tekening Marius Jaspers)
Vrijdag moest de huisdichteres optreden in Harderwijk en Vinkenoog was daar ook. Zesenenzeventig jaar. Een oude man in een hagelwit, crêpe overhemd. Geconcentreerd bladerde hij vóór zijn optreden door zijn werk alsof het zijn podiumdebuut was. Ik had alle tijd om het knokige lange lijf te bestuderen, en het iets te los zittende hoofd met de gulzig uitpuilende ogen. Ik maakte me een voorstelling van alle stimulantia – chemisch, spiritueel en poëtisch – die de laatste zestig jaar door ‘s mans bezige brein zijn gespoeld.
Vinkenoog leunde bij het voorlezen met twee armen zwaar op de katheder, gekromd over de microfoon. Slechts incidenteel priemde hij nog met een bezwerende vinger naar het publiek – een publiek dat toch al in de ban was. En ik? Ik heb niet gelachen. Ik was ontroerd toen hij (oei, even met losse handen om voor te doen hoe hij haar heupen streelde!) een eerbetoon bracht aan zijn geliefde. Ik werd geraakt door zijn lyrische uitweidingen over god mag weten wat (misschien zelfs wel gras?), maar bovenal door de gedrevenheid waarmee hij daar stónd, er echt wás en zich helemaal gáf.
De magie van het moment laat zich niet in woorden vangen natuurlijk, maar misschien helpt het schetsje dat ik meteen na afloop maakte van de veteraan. (Wordt vervolgd)
*** mijn eigen parodie