Tbc had vroeger geen beste naam, lees ik in het Haarlems Dagblad van 14 juni.
De mensen hebben ook altijd wat te zemelen. Wat is er nou mis met langzaam wegkwijnen, je een slag in de rondte rochelen en op zijn tijd wat bloed opgeven…?
Het stukje waarin het staat gaat over een door de restauratiegroep Meer Historie opgeknapt Tbc-huisje uit 1920; het is nu geschonken aan het Spaarne Ziekenhuis in Hoofddorp. Het huisje stond op een metalen ring, waardoor het uit de wind en naar de zon toe gedraaid kon worden om de patiënt te gerieven.
Nog een bijzonder gebouw: tijdens de nu al legendarische Schaak-Fietstocht van mijn schaakvereniging Het Witte Paard (afgelopen zondag), waren er ook cultureel-historische intermezzi, met onder meer een excursie naar het mooie Landgoed Leyduin.
Daar wees gids Harry Lips ons op een bouwvallige uitkijktoren in prima staat. Die werd als romantisch bedoelde ruïne gebouwd / dwz opgeleverd met honderden onverborgen gebreken. Een ‘folly’ heet zo’n nepbouwsel in Engeland ( eyecatcher wordt ook gebruikt) en er bestaan er daar zo’n 1300 van; dat wist ik wel, maar dat er hier praktisch in mijn eigen achtertuin een staat, was een fijne verrassing.
Op de folly-website staat een toepasselijk citaat van ene Lord Berner: “The great point of this tower is that it will be entirely useless.”
Zo’n mentaliteit spreekt mij als toekomstig erevoorzitter van de Partij voor het Onnut van het Algemeen natuurlijk ten zeerste aan. De PAVOHOVAHA (onthoud die naam) oriënteert zich dan ook op een samenwerkingsverband met folly-liefhebbers in de gehele wereld zodat wij samen sterker staan in de strijd tegen het utilitarisme.
Dat jullie als schaakclub nu uitgerekend een toren gaan bezichtigen…
Ja, het Peerd van Ome Loek vonden we te ver…