Ga naar de inhoud

Niemandsbruid

Vreemd om een boek te lezen van een schrijver die nog maar zo kort dood is.

Ik noem maar wat: Adele Schopenhauer, de hoofdpersoon van ‘Niemandsbruid’, Louis Ferrons laatste roman, ligt in 1849 op haar sterfbed. Op de zeventiende augustus vertoonde ze de eerste verschijnselen van waterzucht; ze begon op te zwellen als een ballon. Op de drieëntwintigste lijkt een mirakel te geschieden. Zo er al van een opeenhoping van kwade sappen in haar lichaam sprake kon zijn geweest, dan waren deze in de nacht uit haar gestroomd. Het herstel is slechts tijdelijk en uiteindelijk overlijdt ze op vijfentwintig augustus.

Het heeft weinig zin om te hopen dat een gefictionaliseerde historische figuur het leven nog een dagje zal rekken, maar (ik schrijf het met enige schroom) tijdens het lezen over Adeles laatste dagen dacht ik, nou… wie weet, het zal kantje boord zijn, misschien dat ze ook op 26 augustus sterft, net als Ferron. En waarom een mens (nou ja, ik) om zoiets maalt…?

*****Vreemd ook dat ik in hetzelfde stadje woon als een veel geprezen en bekroond schrijver met een oeuvre van vijftig boeken en (ik schrijf het met veel meer schroom dan zonet) er daar nog nooit een van had gelezen. Heb ik dat grijze kapsel te vaak door de straten zien wuiven of die snor te vaak in cafés zien hangen? Of komt het door de afstotelijke titels: Gekkenschemer, De ballade van de beul, De keisnijder van Fichtenwald, Turkenvespers, Alpengloeien, Tinpest, etc? Hoe dan ook, ik neem mij voor dit ernstige verzuim snel goed te maken.*****Niemandsbruid is een ‘groot’ boek: ambitieus, erudiet, vitaal. Het geeft zich niet onmiddellijk gewonnen en toen ik het uit had, heb ik de eerste paar hoofdstukken herlezen om nog wat draadjes met elkaar te kunnen verbinden. Voor sommige alinea’s moet Ferron weken literair spitwerk hebben verricht. Het knappe is dat de ideeënrijkdom (wat wil je, met Schopenhauer en Goethe steeds binnen handbereik) het verhaal niet voor de voeten loopt en een tegenwicht vindt in zeer aardse activiteiten. ‘Mangeons, buvons, pillons, brulons tous les maisons!’ is het motto van de Franse soldaten die Weimar binnenvallen en Ferron is ook in zulke scxc3xa8nes in zijn element.*****Ten slotte (het is even wennen, want ik kietel de Grote Broer regelmatig op deze plek), het Haarlems Dagblad heeft eminent werk geleverd de afgelopen week. Het hier eerder genoemde stuk van Martin Hendriksma vormt samen met de recensie van ‘Niemandsbruid’ en het doorwrochte ‘in memoriam’ van Wim Vogel een waardig eerbetoon aan de schrijver.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *