Een soort circusfietsje van 40 cm hoog, met snoeren, wijzertjes en metertjes eraan, staat onbeheerd op het pad door het park langs de Schotersingel. Aan de waterkant heeft zich een man in een oranje hesje geposteerd. Hij laat een rood koord vieren, dat hem verbindt met een bootje dat vijftien meter verderop in het water dobbert.
Over de rand van het bootje hangt een collega, die met regelmatige tussenpozen zeer geconcentreerd een buigzame, lange plastic staak in het water steekt, tot die in de bodem poert. Er hangt veel van af. Na iedere prik knikken de mannen ernstig naar elkaar.
Vanuit het bootje loopt het koord door naar de andere oever, waar wij in het struikgewas een derde man ontwaren. De anderen negeren hem. Hij draagt eveneens een oranje hesje, maar of hij is geëquipeerd met een monocycle ontgaat ons.
Er gebeuren hier vreemde dingen.
(Dit tafereeltje zou niet hebben misstaan in een van de raadselachtige boeken van Magnus Mills (bijvoorbeeld ‘The Restraint of Beasts’ /’De Hekkenbouwers’ (Podium, 1998))