‘Kunnen we dat hele vervloekte jaar 2006 niet beter gewoon overslaan? Ik wens u alvast een voorspoedig 2007.’ Aldus foeterde NRC-columnist Frits Abrahams gisteren, anticiperend op strubbelingen in Uruzgan, de sores van het nieuwe zorgstelsel, een overwinning van Marco Pastors in Rotterdam en wat dies meer dreigt.
Een uur later moest ik aan de midwinterdip van Abrahams denken toen ik nog een paar lege stoelen zag in de Kleine Zaal van de Haarlemse Philharmonie (voorheen Concertgebouw), waar Pieter Wispelwey alle zes cellosuites van Bach uitvoerde. Frits had er bij moeten zijn! Het was zo’n avond dat je je gelukkig prijst dat je leeft, of het nou 2006, 2007 of 2027 is. Variërend op Robert Browning, die er ‘never’ voor zette: the time, the place and the loved one all together! (want de huisdichteres was er ook).
Wat de plaats betreft: in de Grote Zaal was ik eerder geweest en toen, bij de Koorbiënnale, was ik al enthousiast. Maar met die Kleine Zaal, die aan het plafond van de foyer lijkt gelijmd, heef Van Dongen wonderen verricht. Het geheel houten interieur en de bijzondere vormgeving, het comfort, de intimiteit… Voor een impressie kunnen jullie hier klikken, beste Raarlemmers, al doet zo’n filmpje geen recht aan wat je zelf ervaart.
En dan had ik ook nog eens het voorrecht Pieter Wispelwey daar mee te maken. Wereldster. Komt op als ‘the boy nextdoor’ (wat hij als geboren Haarlemmer in zekere zin ook is). Babbelt wat over sarabandes en gigues, wisselt een blik van verstandhouding met zijn Guadagnini uit 1760, zo van ‘nu is het aan ons tweeën’ en houdt vervolgens de zaal 36 delen lang in de ban – aanvankelijk vooral met zijn virtuoos huppelende en kwispelende strijkstok, maar allengs dringt het ook tot een muzikale onbenul als ik door van welk een krachttoer we getuige zijn, zowel qua concentratie als fysiek. Maar het elan en de brille blijven, zelfs als hij na de tweede pauze zichtbaar afziet.
In een interview in het HD zei Wispelwey vorige week dat je een stuk ook té goed kunt beheersen. “Dan kan je hoofd zich af gaan vragen waar het mis zou kunnen gaan en dat is een hele destructieve gedachte. Het kan ook toeslaan wanneer je jezelf een onredelijke opdracht stelt. Zo iets van: en nu ga ik mijn beste concert ooit geven. Zo werkt het natuurlijk niet. Je moet er gewoon met volle vrolijkheid tegenaan gaan.”
Alsof hij het over 2006 heeft!
Ehm.. suites??? 😛
‘-sonates’ haastig veranderd in ‘suites’ (dank voor de correctie!). Je bent wel een beetje érg verheugd over mijn slordigheid, Joost. ( 😛 😛 😛 :P) 😉
Vandaag trouwens de recensie in het HD; Winand van de Kamp schrijft over het concert: ‘Het doet je na de duizelingwekkende, afsluitende gigue de zaal gelouterd verlaten.’ Aan de strekking hoef ik dus gelukkig niks te veranderen.