Ga naar de inhoud

Radiocolumn Broodkast

Wie de Haarlemse millenniumklok wil zien, kan niet langer terecht op het Verwulft tegenover V&D. De klok staat sinds een week of twee op het nachtkastje van Joop Vijn, die een hoogwerker huurde en het gevaarte door vijf sterke mannen liet losschroeven.

Het was een 1 aprilgrap met een serieuze ondertoon, volgens de initiatiefnemer; een protest tegen het gesteggel over de reparatiekosten van de klok, tussen het gemeentebestuur en projectontwikkelaar Cobraspen.

“Die klok staat al zo’n zes jaar stil. Dat is toch van de zotte?”, foetert Joop Vijn in het Haarlems Dagblad. Een man met hart voor de stad, zoveel is duidelijk, en met het hart op de tong: “De hele Haarlemse incrowd heeft er de pest van,” vervolgt hij.

Daar had ik nooit genoeg bij stilgestaan.

De Haarlemse incrowd slenterend van de Botermarkt naar de Waag. Houdt vertwijfeld stil bij de Millenniumklok. “Doet ie het al?” Mistroostig hoofdschudden. Verslagenheid alom, hier en daar een gesmoorde snik. “Ze laten ons gewoon barsten, die klootzakken.”

Drie uur later. De Haarlemse incrowd op expeditie van de Grote Markt naar café de Roemer. “Ik durf haast niet omhoog te kijken…” “Doe jezelf niet nodeloos pijn, Joop. Kijk liever gewoon op je HORLOGE hoe laat het is, voor je eigen bestwil.” En zo ging dat maar door bij het Monument van de 21e eeuw – jaar in, jaar uit, met uiteindelijk de roof als gevolg.

Vijns ongezonde preoccupatie met die klok wijst op een kwaal waar meer lokale actievoerders en politici aan lijden: ze zijn moegestreden en getraumatiseerd. Ze hebben zich – met de beste bedoelingen vaak – te lang vastgebeten in het eigen, soms onmiskenbare gelijk en krabben nu compulsief aan oude wonden en littekens.

De beste remedie zou een langdurig verblijf buiten de stad zijn – een jumelage met Angers of Osnabrück ligt voor de hand, of Mutare, voor zware gevallen. Helaas stuit dat op praktische en emotionele bezwaren; vandaar dat ik met een ander recept kom om deze veteranen hun frisse blik op de stad terug te geven.

Mijn advies: ze moeten naar andere terrassen. Ze moeten verkassen, en wel naar het terras van De Witte Zwaan bij de Zijlbrug.

Het is een plek die MIJ steevast met Haarlem verzoent – die de stad toont in zijn schoonheid en zijn lelijkheid, op zijn vulgairst en op zijn voornaamst en vooral in al zijn complexiteit.

In één oogopslag zie je er de vrolijke gevel van de Publieksdienst, je ziet het nieuwe Patronaat (symbool van onze culturele ambities), de bejaarde Brouwersvaart, de drukke verkeersstromen en de opknapbeurt van de Zijlbrug (waarbij per abuis zeldzame muurvarens werden weggeraust). De provocerende spandoeken boven de weg bij de Raaks zie je alleen als je opstaat om nog een bakje pinda’s bij te bestellen. Níet doen dus, gewoon wachten op de serveerster en ondertussen de heilzame werking van het stadsbeeld ondergaan.

De Zijlbrug geeft overstekende fietsers richting centrum een verraderlijke versnelling; in omgekeerde richting (naar Overveen) overschatten ze hun klimcapaciteiten danig. Dat levert dit soort slapstick op:

Zwangere vrouw met Prénatal tas aan haar stuur krijgt de pedalen niet meer rond en dwingt bus 176 tot een noodstop – waarna de bumperklevende bus 50 een botsing ternauwernood kan vermijden. Een tuthola die haar poedeltje uitlaat aan zo’n héle lange riem, strikt midden op de rijweg een skater. Een scootmobiel trekt het niet, jengelt achteruit en loopt vast in een peloton gillende schoolmeisjes op weg naar het strand. Een ligfietser schept zowat een zigzaggende zwerver met bestemming Magdalenaklooster, kijkt tierend achterom en schiet dwars ONDER de verlengde Connexxion-bus naar Uithoorn door – ONGEDEERD!

Nee, dat laatste klopt niet. Hij was dood. Nee, ook niet waar. Die ligfiets heb ik verzonnen, maar de rest is echt gebeurd.

Het is daar een doorlopende voorstelling. Het gekke is, de vreemde capriolen, de kennelijke doodsverachting, de verkeerde inschattingen en de onbeholpen verkeersmanoeuvres wekken bij mij een merkwaardig vertrouwen en optimisme. In de stad. In zijn bewoners. Dat terras is een kuuroord; het doet wonderen voor het relativeringsvermogen en geneest ideologische kramp.

Dat brengt mij op de actualiteit. De collegeonderhandelingen gaan tussen PvdA, SP en VVD. Strange bedfellows , dus ik ben nieuwsgierig. De sfeer schijnt goed te zijn… maar mocht er nou toch de klad in komen om wat voor reden dan ook (Hilde opgehitst door de achterban, Stan te star of Chris te krenterig met de ambtenaren), laat ze dan bij de Witte Zwaan afspreken om de boel vlot te trekken. Ik weet het zeker, dan is het zo gepiept.

En als ik ook nog één wens mag indienen… kan er in het collegeakkoord komen dat Joop Vijn die nutteloze millenniumklok moet houden? Levenslang, graag.

 

5 gedachten over “Radiocolumn Broodkast”

  1. Bovengenoemde politici gisteravond gespot in Koops. In opperbeste stemming overigens, geflankeert door journalist en diverse raadsleden en net-niet-gekozen-raadsleden. Ik dicht Koops toch ook enige magie toe.

  2. Het ‘terras’ van De Witte Zwaan bekijk ik altijd vanuit een heel ander perspectief, namelijk dat van fietsende of in de bus zittende passant. En al tientallen jaren denk ik hetzelfde als ik naar de terraszitters kijk: GEVAARLIJK LEVEN. Niet alleen vanwege de overvloedige uitlaatgassen (stikstofdioxine en fijnstof) van o.m. de 7 buslijnen die daar langskomen, maar ook omdat ik immer visioenen kreeg/krijg van plotselinge uitwijkmanoeuvres van de geelblauwe gevaartes van Maarse en Kroon, de grijze en gele van de NZH(VM) en later de groene van Connexxion, die zich vervolgens dan zouden boren in de… De rest van de horrorbeelden zal ik de lezer besparen.

  3. Ik bloos niet en ik bied geen excuses aan, maar lees hierboven voor stikstofdioxine ‘stikstofdioxide’.

  4. Die nieuwe bussen zijn zo schoon! De uitlaatgassen zijn een weldaad voor huid en longen. 🙂

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *