Grote goedheid, de omstandigheden waren vandaag ongekend zwaar voor mij, nijvere stukjesschrijver! Had ik vanmiddag net de confetti van het toetsenbord gekruimeldiefd, de laatste moorkop afgewimpeld, een trotse huisdichteres van mijn nek gepeld en beide typvingers vastberaden in de aanslag gebracht om mijn vaste en losse lezers te bedienen als ware het een maandag/wasdag als alle andere, snerpte me de bel daar zoals hij nog nooit had gesnerpt!
Het was (onder ons gezegd) maar een halve verrassing toen de voltallige redactie van het Haarlems Dagblad in feestelijke optocht mijn werkkamer binnen kwam slierten, een joelende Janette (sic) Luichies voorop met van die cancan-pasjes. Ja, het zal trouwe bezoekers niet zijn ontgaan: het Raarlems Dagklad bestaat één jaar.
Een nakomertje – zo mag je jezelf wel noemen als je 349 jaar na je Grote Broer wordt geboren – maar toch een interessante versterking voor de gevestigde Haarlemse nieuwsleveranciers. Vandaar ook dat welgemeende huldebetoon van de profs.
Toen de champagnekurken de laatste plafonnière hadden verbrijzeld, werd het iets rustiger. Er ontspon zich een gesprek, dat echter weldra een verkeerde wending nam. De geharde journalisten uitten hun bezorgdheid. De een na de ander. “Begrijp me niet verkeerd… 329 stukjes in een jaar, dat is pure roofbouw, jongen. Je bent Martin Bril niet! En altijd maar helemaal solo in je eentje – hoe doe je dat dan met de teamspirit en zo? Het wij-gevoel?”
Dat was het moment om ze er subiet uit te bonjouren – een jolige Janette (sic) Luichies vertrok als laatste, jodelend op de trap, cancannend tot de vuilniscontainer op de hoek van de straat.
Ik bracht mijn beide typvingers in de aanslag. Eindelijk. Hield ze in de aanslag…
Ze hadden me aan het denken gezet.
(wordt vervolgd)
een oprecht ‘watskebeurt?’ lijkt me op zijn plaats. vervolgen dus, en rap een beetje 😉
Vrees niet, wordt ECHT vervolgd, maar ik moet straks ook nog over de seksloze disco schrijven en het collegeprogramma is net bekend gemaakt dus… 🙁