Ga naar de inhoud

Radafette twee

Wat te schrijven als gastcolumnist in het prestigieuze RaDa? Na menig slapeloze nacht besloot ik een ervaring van enkele maanden geleden met u te delen. Ik maak namelijk weinig mee.

Enige tijd geleden had ik een zalfje nodig voor een niet nader te noemen maar zeer lastige aandoening. Een collega aan wie ik dit tijdens de wekelijkse vrijdagmiddagborrel toevertrouwde vertelde mij dat er een zalfje op natuurlijke basis in de lokale natuurvoedingswinkel te krijgen zou zijn. Dus ik ging op pad.

Nog nooit eerder had ik een stap over de drempel van een natuurvoedingswinkel gezet, ook al kwam ik er dagelijks op weg naar het werk langs. De grauwe pui en de etalage met onbegrijpelijke voorwerpen deden vermoeden dat je lid moest zijn van een geheimzinnig genootschap om een voet over de drempel te mogen zetten. Nu trof het dat ik mijn stoute schoenen al aan had en ik betrad brutaal het walhalla van de natuurvoedingsgelovigen. Er ging een wereld voor me open.

Schappen vol grauwe dozen van gerecycled karton, gevuld met granen, zaden, rijst, pitten en vlokken. Alles in dezelfde grijzige kleur. Zelfs het biologische vlees in de vitrine zag er grijzig uit. Maar wat me het meest trof was de clientèle. Veelal in zelfgebreide truien, dier- en natuurvriendelijk schoeisel en met een algeheel tobberige uitstraling.

Waar komt in godsnaam de term biologisch dynamisch vandaan? Is het idee van zo’n winkel niet dat natuurvoeding bijdraagt aan een betere kwaliteit van leven met meer energie en minder ziektes? Waarom zien die mensen er dan zo grauw uit? Een mevrouw voor me bestelde een zuurdesembrok. Een zuurdesembrok!

De winkelmevrouw overhandigde het haar in een discrete poepbruine papieren zak. Blikken van verstandhouding werden gewisseld. Ik voelde me een indringer met een veel te fleurige uitstraling en – God verhoede – een hippe zonnebril. Een neerslachtig gevoel overviel me. Ik durfde de winkel ook niet zondermeer te verlaten want dat zou mijn status als indringer uitsluitend benadrukken, dus ik griste iets uit het schap achter me. Het bleek “yogathee” te zijn. Tien ongebleekte katoenen theezakjes in een muisgrijs kartonnen doosje. Voor vier euro negenennegentig.

Ik kon niet pinnen. Elektronische betaling zal ook wel tegen de regels van de biodynamica zijn. Om een plastic tasje durfde ik niet eens te vragen. Een lang verhaal kort: met het doosje yogathee in mijn hand verliet ik haastig de winkel. En het zalfje waar ik naar op zoek was bleken ze gewoon bij het Kruidvat verderop in de straat te hebben.

Dit verhaal kent geen moraal. Ik dacht: laat ik dat er meteen maar bij zetten, dat scheelt u een hoop tijd aan interpreteren en nadenken. Ik geef de pen door aan dichter Isaiah. Isaiah, maak er iets moois van, makker. 

Pip

4 reacties op “Radafette twee”

  1. Leuk verhaal Pip. Ik had een zelfde ervaring. Als man nuttig ik 7 tomaten per week, tegen prostaatkanker las ik ooit eens ergens, en dat is voor mij geen straf; ik houd van tomaten. Maar ‘s winters vind ik ze bij mijn AH niet lekker, ze rijpen niet echt. Dus ik ook eindelijk eens naar de natuurvoedingswinkel voor de ‘goede smaak’. Maar inderdaad, je schrikt je te barsten! Wat een ongezonde tronies. Nu aarzelde ik al vanwege de prijs maar het grijze volk deed mij als een haas het hazepad kiezen. Misschien hebben we allemaal iedere dag wel een beetje gif nodig? Bij AH ziet iedereen er een stuk gezonder en vrolijker uit! Ik koop nu de duurdere trostomaten, mijn prostaat mag wat kosten.

  2. Marius (red. RaDa)

    @Cees: help, kan ik die pros-tomaten nog met terugwerkende kracht eten?

  3. Nee, het moet er van jongs af aan inzitten. Maar 3x per week kip met (extra) kerrie kan nog veel goed doen! Kop op!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *