Grote Broer het Haarlems Dagblad stuurde gisteren Fokke Zaagsma de zompige polder in voor het laatste nieuws over de blauwtongziekte, met dit resultaat:
GEEN PROBLEEM VOOR VELSENSE SCHAPENBOER (HD 25-8)
Moet je daar als journalist je kaplaarzen voor aantrekken? Uitknippen voor mijn rubriek suf-koppen, dacht ik boosaardig voordat ik begon aan Zaagsma’s curieuze stukje. Hij voert ons mee naar een schapenboer uit Velserbroek, wiens identiteit enigszins onduidelijk blijft: hij wordt successievelijk aangeduid als Andre (sic) Lemmers, Lammers en Demmers.
Lemmers/Demmers/Lammers hoopt dat de blauwtong zijn beestjes zal sparen. Voorlopig zit hij goed. IJmuiden ligt in een toezichts- en beschermingsgebied rond besmette bedrijven.
In deze gebieden geldt voor herkauwers, hun sperma, eicellen, en embryo’s dat ze wel naar een slachthuis in het gebied mogen worden gebracht. Als vlees mogen ze het gebied wel verlaten.
Het lijkt voor ons verwende mensen niet veel, als je een gebied alleen als vlees mag verlaten, maar schapen zijn niet anders gewend – die hoor je daar niet over.
Lammers/Demmers/Lemmers daarentegen heeft het een en ander te sputteren nu hij de pers toch op zijn erf heeft toegelaten. Eigenlijk heeft hij het helemaal gehad met die beesten. Hij heeft zijn veestapel teruggebracht van 200 naar 50, vanwege ‘al die regeltjes, problemen, toestanden’ (heel herkenbaar toch, beste Raardemmers / Raarlammers / Raarlemmers?)
Maar hij heeft meer op zijn lever: Een schaap is een kwetsbaar beest. (…) “Alle ziektes die onze lieve Heer heeft uitgevonden kan een schaap krijgen. Ik ben de hele tijd maar medicijnen aan het geven. Die zijn duur.”
Scrapie, zwoegerziekte, zere bekjes, rotkreupel, myiasis, scheerziekte, zomerlongontsteking, blauwuier, acetonaemie, schapenpokken, ziekte van Aujeszky… Ik heb er de veterinaire encyclopedie even op nageslagen en inderdaad, de lijst doet mij als stadsmens huiveren.
Maar net als je te doen krijgt met de arme fokker/verpleger (veroordeeld tot een levenslange zorgplicht voor zijn immer sukkelende kudde) vindt Zaagsma het ineens welletjes. Zo, nog even de slotzin erin prakken:
Bovendien brengen schapen niet veel op.
Ben je wel eens een onderwijzer tegen gekomen die tevreden naar zijn/haar girorekening kijkt na al zijn/haar inspanningen ten einde die koters, van heinde en verre, een stukje verder te helpen in deze wereld van materiele, digitale en onzinnige welvaart? Ik niet! (maar het kan aan mij liggen)Waarom zou een schapenboer dan wel tevreden zijn?