Gastbijdrage van Harrie van der Meulen
Voor schrijvers en dichters is de verramsjing van hun boeken een schrikbeeld en gruwel. Heel begrijpelijk, maar het zegt niet altijd wat over de waardering van het werk op wat langere termijn. Het zou mij nu heel wat meer naar den vleze gaan als ik in de afgelopen veertig jaar met trefzekere hand had gewinkeld in restpartijen van bepaalde titels. Neem Oog om oog van de jonggestorven fotograaf Sanne Sannes: 7 gulden 50 bij De Slegte in 1967, nu tussen de 600 en 850 euro op AntiqBooks. Paradiso Stills, een fotoboek vol punkers van Max Natkiel: 9 gulden 90 eind jaren ’80 bij Het Martyrium in Amsterdam, nu tussen de 150 en 300 euro. De Kat uit de Boom van Frédéric Bastet, recent in de ramsj bij De Vries voor 3 euro 95 – nog getipt door Marius op RaDa! – en nu, anderhalf jaar later al weer 15 euro waard. Zo snel kan het gaan.
Wat echt erg voor een schrijver is, is terechtkomen in de ééneurobakken voor de gevels van antiquariaten. Dan is het gedaan met je. De vergetelheid naakt. Blootgesteld aan regen en wind ligt daar het werk van de Van Schendels, de (Jo) Boers, de Carmiggelts, de Bomansen, de Ter Braaks, de Costers etc etc. Allemaal dood, dus alleen lullig voor de nazaten, maar sommigen overkomt dit al tijdens hun leven. De laatste tijd ritselt het bijvoorbeeld ook van de vroegere bestsellers van Kees van Kooten en Wim de Bie in die bakken. Hoe hard het bergafwaarts met ze gaat, constateerde ik van de week in Amsterdam toen ik in zo’n afvalputje van de boekenbranche hun ooit gezochte debuut aantrof. Een 10 voor de 10-ers, zeg maar een soort Het Beste uit de Nederlandse schoolbladen van het cursusjaar 1958/59.
Na een uurtje erin gebladerd en gelezen te hebben, stelde ik vast dat dit boekje bij vergissing in de ééneurobak terecht moet zijn gekomen. Alleen al om het genoegen in de inhoudsopgave te zoeken naar andere bekende schrijvers. Ik vond er twee: Manuel Kneepkens en Annemarieke (!) Oster. Maar het gedicht van Wim de Bie raakte me vol, om het ordinair te zeggen. Het gaf me het gevoel dat het voor mij persoonlijk geschreven was. “In februari haarlemt het donker,” dat schreef een scholier van het Haagse Daltonlyceum op het moment dat ik als twaalfjarige van het lichte, weidse, moderne Nieuw-Zuid in Amsterdam verkast werd naar Haarlem, met z’n sombere burgerlijke herenhuizen en smalle straten. Alles was grijs, tot de stadsbussen toe. Had Wim soms familie in de Pieter Kiesstraat of de Van der Vinnestraat, en was hij daar op een druilerige zondagmiddag in de jaren ’50 op verplichte theevisite geweest? Ik heb geen idee, maar voor mij maakt het niet uit. Dankzij puber De Bie heb ik nu de woorden die mijn eerste jaren in onze stad perfect kenschetsen. Voor mij haarlemde het van 1959 tot 1964 donker. Daarna werd het door gewenning iets lichter allemaal.
Hieronder het hele gedicht.
Manessier
want groen ruikt de zomer
en geel proeft het eiland van zon
in een pupil is groen is de zomer
in een lens is geel is de zon
in februari haarlemt het donker
bijten de huizen de spits
af is de pijn van de doorn
de pijndoorn van jezus de schilder
het zwijgende pierement van water
drijft in het kroos van de dood
water is dood en groen de zomer
morgen een weelde van vormen
nacht een weefsel van pijn
Wim de Bie (1958/59)
.
Soms moet de voltallige eenpersoons hoofdredactie er even uit en wil dan de lezers niet onverzorgd achterlaten. Voor wie het nog niet weet: Harrie is mijn super-sub. Er bestaan geen harde afspraken tussen ons, ik meld me alleen voor een paar dagen bij hem af. Hij reageert daar niet op, ik zou schrikken als hij het wel deed. Na thuiskomst verricht ik de hoogstnodige formaliteiten (post op hoop vegen, tas leegkieperen in wasmand) en dan sla ik haastig het RaDa open. Tot nu toe stond daar steeds een gave gastcolumn en ik ga jullie hier niet uitleggen hoe bijzonder ik dat vind. Wel raad ik iedereen die hier niet van het begin meeleest aan om er eens echt voor te gaan zitten en de hele Harrie-reeks te lezen. Klikken bij categorieën (linkerkolom) en genieten!
Kan even de blozende smilies niet vinden… Het is voor mij een eer dat ik zo af en toe hier mag waarnemen!
Enigszins verlaat, maar niet minder gemeend: Hartelijke gelukwensen met het tweejarig bestaan van RaDa. Ook namens Brigit.