Spaanse Kaas

Koninginnevier: ‘Kermisschepen der Woestijn’

Over bitter gesproken, Oranjebitter weinig, zou je haast zeggen en/of (geheel naar believe) denken. Lachen als een Spaanse boer met kiespijn. Zeg kaas (cheese) op z’n Spaans, en je komt helemaal niet vrolijk over op een foto.
Dan kom je fris van een spreekwoordelijke kermis thuis. Dat binnensteedse volksvermaak is overigens inmiddels van ons goede marktplein weer vertrokken. En terecht. Je zult uit mijn pen niet lezen dat het plein het mooiste van Europa is. Dat laat ik graag over aan mensen die er meer verstand van zouden moeten hebben, maar die zich liever maar verschuilen achter hun VVV-bolwerk of andere bloemmotieven. Warme Pasen… ‘niks mee van doen. Gewoon dicht op 2e paasdag, anders krijgen we het warm van het werken, met ook nog al die toeristen in de vlakke buurt.’
Gelukkig is die drukte alweer wat voorbij. De bollen kunnen weer in het vet. Dat geldt zowel voor de bloem- als de olie-.
Nou nog die kermis zien kwijt te raken, begrijp ik van de horeca rond ons vermeende mooiste plein uit GBHD (ons geliefd lokale nieuwspapier). Helemaal mee eens. Als je Grote Markt wil zijn, moet je ruimte scheppen voor grote manifestaties: festivals, openingen, Haarlem Leeft, de Stad als Podium of de Van Gennips en Van der Geesten van de stad. Akkoord, maar daarmee basta. Een markt in Haarlem op dat heus niet mooiste plein van Nederland moet zijn kracht kennen in een zekere bescheidenheid. En de kermis levert louter lawaai en hoofdpijn en veel blauw op straat, waar paars, oranje, groen of geel waarschijnlijk beter staat.
Natuurlijk hebben de horeca-gedienstigen die RdeB in HD deskundig citeert gelijk. Al die mooie dagen die strand en stad rijk zijn, daar mag iedereen van genieten. Duitsers, Fransen, Japanezen, Nederlanders, maar je moet als Haarlemmer in dier voege wel plaats en plein weten. Ophouden dus met die kermis, daar komt toch immers niemand die van de stad houdt, en van de historie, voor naar Haarlems centrum. Geen kermis meer! Okee, een enkel uitzonderingetje daar gelaten. Doe dat vertier maar elders. Van mij mag zelfs het reusjerad of reuzeradje weg. En al die zwiep- en zwiermachines waar je nog voor je er naar kijkt al misselijk van wordt als je erover nadenkt, hoeven ook niet meer. Volgend jaar rond de koninginnevier enkel maar die eenvoudige attractie: de Kamelenkraam van Verwijk & Rekom VOF.
Nou moet de niet mis te verstane lezer (v.v.) begrijpen dat ik niet van kermissen en niet van lachen houd, maar de ‘Kamelenrace’ op onze Grote-Marktse kermis was wel bijzonder grappig, terwijl de gedachte erachter haast te simpel voor woorden is. Zelfs op de Zaanenlaan staat een vergelijkbare woestijnspektakel, dat zich in veel bekijks en deelnemers verheugen mag. Zet twaalf gefiguurzaagde kamelen elk op een rail, met een uit het zelfde hout gesneden Toeareg op hun rug. Als op Duindicht zelf zijn het hier de spelers langs de kant, die met hun inzet de grootste belangen hebben te winnen of verliezen. Bij deze race gaat het er ook gewoon om hoe de ballen vallen. De kameel met de beste ballen wint. Op het commando ‘De ballen vast en rollen maar’ van pikeur en spreekstalmeester Jeffrey Smoorenburg uit Bergen op Zoom van kermisexploitant Verwijk & Van Rekom VOF zetten de Toearegs het op een spurt die door Jeffrey wordt voorzien van deskundig commentaar, waarbij Mart Smeets zelfs voor de Predictor-Lottoploeg z’n ballen nog uit een zeemleren kamelenzadel zou rijden. ,,Wie pakt de punten? Wie pakt de prijzen?”
Gaan met die kamelen. Verdwijnt je bal in een geel gat: 1 stap voorwaarts; blauw: 2 keer vooruit; rood: 3 x scheepsrecht volgens de wetten van deze schepen der woestijn.
Nee, die kermis op de Grote Markt is door de bank genomen niets gedaan. Daar kunnen leukere dingen. Weg ermee, derhalve. Dat snapt een volwassen kind. Maar eens per jaar mag zo’n komische kameelattractie voortbestaan. Dan zetten we haar alleen op een leukere en betere plaats, en niet pal voor de Vishal waar ook zoveel moois te zien is. Misschien voor Loutje. Voor de rest kan die kermis me geen bult schelen.

@H. Sloos,
Een zeer aanhankelijke, superlichte observatie ook!

Ik prijs mij gelukkig dat de kermis weer voorbij is en “Jan met de hoge schouders” weer neerkijkt op dat streng gereformeerde mooiste gat van Nederland in plaats van op die iets te frivole schreeuwerigheid; vanitas, vanitas…!!

Wordt het trouwens niet eens tijd dat we met oude auto’s weer eens rondjes kunnen rijden langs een Brinkmann-terras, afgeladen met schone dames? En dat Loutje weer wordt teruggeplaatst op betreffende rotonde? En dat niet alleen de Blauwe, maar ook de gewone Haarlemse Stadstram weer moge rijden vanaf het Soendaplein naar het Houtplein, via… de Grote markt? En dat Teisterbant…?

Ja helemaal mee eens, de bruine beer terug in de natuur! (zei Rousseau toen ie terugkwam uit Berlijn). En ook in de Kennemerduinen veel gevaarlijk wild uitzetten.

Nou dát – de Indischestraat – gaat wel erg ver. Het ging over kermissen dus verder dan de Zaanenlaan kom je dan niet qua Haarlemmer, temeer omdat je daar vroeger niet alleen naar steilewandrace kon kijken, maar ook kon vechten tegen een bruine beer (hetgeen me des ochtends na een ferme kop koffie nog steeds wel eens overkomt).