Ga naar de inhoud

Oude stompen

Vandaag had ik plotseling een grijs potlood nodig, jullie weten wel…

Een lade met vergeten schrijfbehoeften uitgemest et voilà:

 

1) vier oudgedienden van het klassieke model, waarvan twee met roze gummetje in goede staat.

2) een leeg vulpotlood dat bijgevuld moest worden met van die héél dunne stiftjes, die waarschijnlijk in een andere lade met vergeten schrijfbehoeften lagen.

3) een halfje geel. Wanneer heb ik ooit een heel geel potlood half versleten, vroeg ik mij af?

De vier gewone potloden hadden botte puntjes (heten het dan nog puntjes?) of waren tot op het hout opgebruikt. Je kon zo’n potlood dan vroeger met een scherp mesje slijpen, of met een metalen of plastic puntenslijper of (als je bofte!) met de elektrische puntenslijper van de juf. Het kwam allemaal terug.

De exemplaren die ik in mijn bureau had gevonden waren nog tamelijk lang en dat brengt mij ertoe jullie de volgende gewetensvraag te stellen, beste Raarlemmers.

Kennen jullie / zijn jullie in de eenentwintigste eeuw nog van die mensen die een potlood slijpen en slijpen en slijpen tot er nog maar een lengte van drie centimeter of minder van over is? En die het dan nog drie keer spijtig bekijken alvorens er afscheid van te nemen en een nieuw aan te schaffen?

.

8 reacties op “Oude stompen”

  1. Laat ik er nou nog eentje hebben. (Bewijsmateriaal in de vorm van een foto is voorhanden.) Eerlijkheidshalve moet ik erbij vermelden dat hij niet uit de 21e maar wel uit de laat-20e eeuw is… 3,2 cm. kort.
    Ik kan het maar niet over mijn hart verkrijgen om hem weg te gooien. Hij heeft al drie verhuizingen overleefd.

  2. Vrienden met wie ik muziek maak hebben uitsluitend stompjes van enkele luttele centimeters, maar wel steevast met een scherp puntje. Zouden ze andermans afgedankte halfjes een nieuw bestaan geven?

  3. ik heb er eentje op de krant bijna helemaal versleten. Ik ben daar expres erg zuinig op geweest na een paar werkelijk absurde bezuinigingsmaatregelen, met het idee bij mijn hoofdredacteur persoonlijk een nieuwe te gaan vragen hem demonstrerende dat verder slijpen echt onmogelijk was geworden. Met zo’n klein metalen slijperje heb je het dan over minder dan 3 cm. Helaas, hij is net voordat het zover was, bij de laatste kantoorverhuizing verdwenen. Ik heb er nu dus weer een op het werk waar ik nog wel een paar jaar mee voort kan.

    Hier op mijn bureau thuis in een standaardje trouwens vijf klassieke potloden waarvan: DRIE NOG HELEMAAL ONGEBRUIKTE. Niet puntgaaf, maar puntloos dus. En met gummetje. Verder in bezit van een klein slijpertje en een tafelmodel (niet elektrisch). In de la: een vulpotlood.

    ps: Ik aarzel je nu te vertellen dat er in een kast hier achter me zich nog een heuse tekendoos met heel veel soortgenoten bevindt, maar nee, dat op snoeven kunnen gaan lijken.

  4. Ik ben verslaafd aan Japanse puzzels. (nxc3xacet Sudoku’s dus) en daarvoor luistert het juiste potlood nauw. Met een te zacht potlood wordt de puzzel uiteindelijk vlekkerig, met een te hard potlood krast het niet lekker. Dus, als ik de juiste te pakken heb slijp ik hem helemaal op. Ik heb zelfs een speciaal (voor de vrekken uitgevonden) houdertje waar een stompje in past zodat je geen onnodige kramp krijgt…

  5. 12 Potloden van 4B tot 4H met een F als afwijkende letter tussen H en HB in. “Bruyzeel design” dus met het onvermijdelijke rode streepje tussen het donker en middelgrijze lakwerk.

    Niet geslepen, maar op een schuurplankje voorzien van extra lange punt om tussen duim en wijsvinger, bijna horizontaal en zachtjes wiegend de “vlakken”te vullen.

    Ongebruikt nog slechts als herinnering gekoesterd sinds photoshop 4.2

  6. En je kunt er lekker op z’n kop mee schrijven. Kom daar maar eens om bij een balpunt, viltstift of hoe al die andere pennen ook mogen heten; die stoppen er gewoon mee.

    En je kunt je aantekeningen en onderstrepingen in die dure boeken desnoods gewoon uitvlakken met het gummetje (stuffie)aan de andere kant in plaats van die on-tenietdoenbare gele of roze markeerstiftmarkeringen. Toegegeven je krijgt dan wel van die rulletjes tussen de vouwen, wat aan de andere kant weer die vertrouwde geur van gelezenzijnde bladzijden teweeg brengt.

  7. Menig bibliotheekboek staat vol van de potloodstrepen; woordonderlijningen. Dat is mijn eerste assosiatie met potlood, die verdomde onderstrepingen, die de aandacht hadden van de voorgaande lezer en dan ook, helaas, mijn aandacht trekken en dus afleid. Ik ben erg zuinig op mijn timmermanspotloden en heb ook een favoriet timmermanspotlood. Gewone heb ik ook, in alle hardheden trouwens, keurig in een doosje en ook in mijn pennenpot, maar gebruik ze nooit en een punteslijper? Ik heb een stanleymes.

  8. Harry Prenen. Die kon er wat van met zijn stompjes in vestzak/broekzak/borstzak/kontzak. Ik wilde hem wanhopig graag nadoen. Maar viel toch altijd weer voor de charme van nieuw, lang, spits en scherp…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *