Het Deo-terrein ligt al een tijdje braak. Ze gaan er woningbouw plegen: ‘Drie bijzondere appartementenblokken omgeven door een rand van grondgebonden woningen die qua korrelgrootte bij de omliggende buurt passen’, volgens het gelukkige architectenbureau. Lelijk, hè?
De Frans Halsbuurt is er terecht nog niet helemaal gerust op. (“Ja ja, grondgebonden woningen, ze kennen zoveel zeggen… Hoe zitten die dan vastgezekerd? En wat moet dat met die korrels? Wat voor korrels, als ik vragen mag? D’r lopen hier wel opgroeiende kinderen die alles in hun mond steken, hebben ze daarmee rekening gehouden?”)
Nou ja, voorlopig ziet het er nog zo uit.
Even inzoomen op dat gele bordje.
Wie had dat gedacht? Drijfzand in eigen buurt!
Voor mij gaat van dat bord een haast onweerstaanbare aantrekkingskracht uit, ik krijg gelijk zin om over het hek te klimmen en door dat zand te sprinten of rond dat bord een primitieve dans uit te voeren. Maar het was daar ( op woensdagmiddag!) stil en verlaten. Waar waren de kwajongens? Of zouden die allemaal al…
.
Ze hebben, zo te zien, vrij stevig moeten hameren om dat bord met de tekst “drijfzand” te kunnen plaatsen.
Ach…, je hebt tegenwoordig in de Gierstraat zo’n leuk zaakje met prachtige Spaanse aardewerkpotten, Franse geranium erin, aan de muur ophangen en menig architectuur hoogstandje knapt er behoorlijk van op. Komt allemaal wel goed daar. (wel om de dag water geven!)
Als ik dit godverlaten drijfzandbouwlandschap zie, denk ik aan een fraai verpleegstertje ooit: “De Deo,… alles Fleisch ist wie Gras”.
met een lasso en dan..trekken maar