Ga naar de inhoud

Celebs of plebs

Celebs of plebs, het is mij doorgaans om het even. Aan idolatrie heb ik mij niet meer bezondigd sinds mijn Mariska Veresposter zich in de vroege jaren zeventig van zijn plakbandjes losmaakte en in niet te restaureren staat op de slaapkamervloer lag.

Maar die mollige vrouw die zo genoeglijk zat te kleppen met een vriendin op het terras van ‘t Teylertje … Brede glimlach, blond haar, sigaret, iets grilligs in haar gebaren… Ze ís afkomstig uit deze streek. En ik had pas nog zitten schaterlachen om Pekingeend bij nacht en andere pogingen tot Echt Heel Erg Gelukkig Worden, dus…

“Bent u misschien een beetje een bekende Nederlander, mag ik dat vragen…?”

“Oh, wie had je gedacht dan?”

(Het radde spreektempo had ze wel.)

“Ik had gehoopt… op een verschijning van Sylvia Witteman?”

(Gierende lach, dat leek me ook wel in character)

“Ik kan nog geen eitje bakken!”

(Net iets té ad rem – dat zou best eens het standaardantwoord van de culinair journaliste kunnen zijn en die vriendin schoot ook al zo geroutineerd te hulp.)

“Sylvia Witteman, die heeft toch lang haar?”

(Het kon misschien een paar dode puntjes schelen, maar veel verschil met het boekomslag zag ik niet. Enfin, dat je als BN-er niet altijd gediend bent van dit soort attenties kan ik me indenken. En een DNA-test eisen ging me te ver.)

“Nou, jammer, anders had ik u warm willen complimenteren met dat laatste column-boek van u.”

Ze glimlachtte heel veel tanden bloot maar zei verder niets. Toen ik nog even omkeek, bogen de vrouwen samenzweerderig naar elkaar toe.

Thuis pakte ik het boek erbij. Dat kapsel léék, maar het verschil zat ‘m in de tanden. Tussen de tanden: bij de echte Sylvia zaten er geen spleetjes tussen. Goed, dan prijs ik haar maar via deze onsympathieke weg. Want neem nou deze beginzinnen:

Er is veel leed op de wereld. Dat is trouwens voor de overgrote meerderheid niet door mij veroorzaakt. Toch wil ik er best iets aan doen, zij het liever niet door in een heet land irrigatiegleuven te graven (…) (p.169)

”Ga je mee bowlen?’, vroeg een kennis die verder eigenlijk heel aardig is.’ (p.67)

De legendarische Shakespeareacteur John Barrymore zei het al: ‘Vrouwen kunnen drie dingen maken uit niets: een slaatje, een hoed en ruzie.’ Aan die hoed kun je zien dat het een citaat uit een grijs verleden is, maar dat van dat slaatje en die ruzie gaat nog steeds op. Vrouwen maken ruzie, mannen zijn vaak de oorzaak, maar zelden de aanstichter. (p.225)

Goed, toch? Als ik volgende keer geen spleetjes zie, stap ik er wéér op af.

.

4 reacties op “Celebs of plebs”

  1. @Marius over niet te restaureren staat van (afbeeldingen van) idolen:

    Nog niet zo lang geleden stond Jerney Kaagman van Earth and Fire precies voor me bij de kassa van ehhhh, ja sorry hoor…, Ikea, je weet wel waar je zonder opgaaf van reden wordt getutoyeerd en je zo ruim de tijd hebt om al je jeugdzonden te overdenken of je verontwaardiging over de bespottelijke wachttijden desgewenst kunt delen met de buurman/vrouw voor of achter je.

    Maar toen was ik achteraf wel erg blij dat ik haar *niet* had aangesproken want ik leef nu tenminste nog in de wanhopige illusie dat ze het *niet* was en dat ik dus de fenomenale verschijning (is dit een pleonasme?) mocht blijven koesteren van “love in a woman’s heart” (“I want it at the whole and not a part”, hoewel ik dat nogal eens verkeerd placht te verstaan).

  2. Marius, jouw beschrijving lezend dacht ik in eerste instantie dat je Xaviera ontmoet hebt.

  3. Mmmm, je weet toch dat spleetjes tussen de tanden worden weggefotoshopt; geen wonder dat ze zo’n lol hadden. Ze was, in het echt, zeker ook iets platter? Fysiek gesproken dan!

  4. Ah, Sylvia Witteman en Marius Jaspers. Een terras erbij, en je hebt alles wat je nodig hebt.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *