Ga naar de inhoud

Rotonderwerp

De column die Lodewijk Wiener op Radio 105 voorlas ter gelegenheid van de manifestatie Haarlem blijf(t) tolerant, stond zaterdag (1-9) in de NRC.

Zoals te verwachten van Wiener, geen klemmend moreel appèl dat op het axiepodium de handen op elkaar zou hebben gekregen: eenzijdige tolerantie noemt hij ‘verkapte angst’ en ‘geïncasseerd onvermogen’. Wederzijdse tolerantie zou in zijn zuiverste vorm weliswaar kunnen leiden tot wederzijds respect, maar de schrijver heeft er duidelijk een hard hoofd in: ‘Een verre droom, voorwaar.’

Aan zijn wel erg compacte beschouwing plakt Wiener een merkwaardig einde: ‘Ikzelf voel mij nog steeds een Haarlemmer in Haarlem en dat zal zo blijven ook. Het is mijn stad en die laat ik mij door niemand afnemen, zelfs niet door een etnische meerderheid.’

‘Nog steeds’? ‘Afnemen’?

Plotseling klinkt hij als een omsingelde verdediger, met de vijand al binnen de stadsmuren. Die ‘etnische meerderheid’ zal wel een humortje zijn, maar als slotakkoord lijkt zo’n overdrijving mij ongeschikt.

Wat is het toch ook een rotonderwerp, die ‘tolerantie’, dacht ik toen ik er nog eens over nadacht, terwijl ik vanmiddag in De Hout lekker naar het Haarlems Straatorkest zat te luisteren. En je kunt er steeds moeilijker omheen.

“… het kan wel een potenrammer zijn. Ik hóóp het niet, dat is het meer. Maar het komt zo dichtbij. Nederland verandert en daarmee gaat Haarlem er ook in mee.”

Aldus de jongen die donderdagavond toen hij langs het terras van Stempels liep, werd uitgescholden voor ‘kankerhomo’ en liet merken dit niet op prijs te stellen. Klik hier (†link) voor zijn beschadigde neus en zijn relaas op RTV-NH.

Het is maar één versie van het voorval, maar het moet gezegd, in die versie spelen de opgeroepen agenten bepaald geen fraaie rol.

.

3 reacties op “Rotonderwerp”

  1. Ik zeg nog maar eens (en ik denk met instemming van Voltaire): je moet intolerant zijn jegens intolerantie.

  2. Woensdag a.s. mijn stripverslag van de tolerantiemanifestatie in nrc.next. Koopt die krant.

  3. Ik ben niet thuis in Voltaire maar er moet wel iets van mijn hart. In Haarlem ben ik geboren en getogen. Mijn stad dus. Opgegroeid in het Kleverpark en inmiddels 20 jaar met veel plezier woonachtig in het Rozenprieel. De bevolking van deze volkswijk is een mix uit de brede sociale laag van de (Haarlemse) samenleving die nauwelijks problemen heeft met elkaar. Zo heb ik, en hebben veel andere buurtgenoten, een warm concact met onze ‘ethnische minderheid’ de Turkse gemeenschap (met als middelpunt café Murat). Daarnaast is mijn Haarlemse stiefzoon homo, die zijn vriendje op Haarlemse terrassen zoent, als hij daar zin in heeft. Nooit vervelende confrontaties ervaren. Dat er zich incidenten voordoen geloof ik direct. Dat hoort bij een stad die inmiddels het provenciale overtstijgt (en terecht). In mijn beleving zijn het incidenten die de BREED gedragen actie Haarlem blijf(t) tolerant gerechtvaardigd hebben.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *