In zijn reisboek In Siberia schrijft Colin Thubron ergens over wolken knutjes zo dicht dat de steppeveulens erin stikken. Zulke anecdotes, hoe intrigerend ook, verklaren meteen waarom het knutje slechts zo zelden als individu wordt gezien.
Nu de schapen van een Heemsteedse boer zijn besmet met het door knutjes overgebrachte blauwtongvirus, krijgt het beestje hier in de regio alweer een slechte pers. Hoogste tijd voor een tegengeluid.
De knut is namelijk een echt karakterbeestje. Een paar jaar terug kampeerden de huisdichteres en ik ergens aan een stroompje in Wales en jawel hoor, knut aan de knikker!
Eentje proefde voor, wenkte enthousiast zijn tientotdedertiende vriendjes en… afijn, wij vluchtten naar de pub en krabden daar onze vele bultjes onder het genot van, enz…’s Nachts knutten die etters gewoon door, wij deden geen oog… enz.
* * * * * *
(Drie maanden later)
Een kille nacht in Haarlem. We werden wakker van de kou en besloten bij wijze van noodmaatregel de slaapzak op het bed te leggen. Het koordje van de hoes was nog niet los of er vloog een knutje uit. Een levende knut met drie maanden honger, die onmiddellijk deed waar hij goed in is.
Hij opende de aanval. Een eenzame strijder, in een vreemd land, in een vreemde slaapkamer.
Voor zoveel verbetenheid kun je toch alleen maar grote bewondering hebben, dacht ik terwijl ik hem op mijn arm dooddrukte.
.
In Zweden hebben ze daar een probaat middeltje tegen: Djungel Olja (vergeef me eventuele spelfouten, mijn Zweeds is armetierig). Het effect is verrassend: je ziet de knutjes (en andere stekelingen) op je afkomen, om vervolgens op een centimeter of dertig met dichtgeknepen neusjes terug te deinzen.
Idd, veel door mij gebruikt bij het lezen (en nalopen) van: “Nooit meer slapen” DJUNGEL OLJA mot mygg, knott, fxc3xa4stingar mm. (D.O. tegen muggen, knutten, teken, enz.)
@ O’geer: het woord ‘fxc3xa4stingar’ is hier in huis met grote vreugde ontvangen!