Grote Broer het Haarlems Dagblad schrijft vandaag over de première van Astrid Nijghs nieuwe theaterprogramma ‘Tegen het lijf’.
‘Centraal staan de verhalen achter de liedjes. Wat deden we toen? Waar woonden we? Waar hadden we het over in die tijd? En als ze ‘we’ zegt, weet iedereen natuurlijk wie die ander is,’ schrijft Eric van Splunter.
Natuurlijk! Natúúlijk weten we dat, alleen… hoe schreef je de naam van die ander nou ook weer? Lénard? Leonhart? Lennerd? Lennaart? Misschien dat de recensent het op de kunstredactie nog even geprobeerd heeft… Weet iemand dat? Die ene van Boudewijn de Groot? Geen sjoege, nou dan gok ik het maar.
‘Het nummer [Overboord] gaat over de dood van Leonard (sic, RaDareda) Nijgh in 2002.’
Geen vertoetsing: even later heeft Van Splunter het over teksten van ‘Zara (sic, RaDareda) Leander’, vertaald door dezelfde ‘Leonard’ (sic, RaDareda) Nijgh.
Als dit De Stentor of De Stem nou overkwam. Maar dit is de krant waar Leonard Lennaert Nijgh jarenlang voor schreef.
SIC (zonder RaDareda) transit gloria mundi.
>
Te erg voor woorden, zou ik zeggen. Triest! Maar mag ik effe mij assosiatie met dit bericht kwijt? Ik had het grote voorrecht om een bijnaam van Lennaert te krijgen (hij gaf menigeen een bijnaam), hij noemde mij ‘Vrouwenhuis Cees’, vanwege … nou ja, daarom. Verleden week had ik bovendien het genoegen om voor ‘t eerst in mijn leven en-publiek een lied te zingen, samen met mijn pas getrouwde vrouw. Het was een lied van Lennaert: “De Morgen” met andere tekst natuurlijk op zoveel mogelijk zijn rijm. Ik geloof niet dat wij hem ten schande hebben gemaakt.
@Cees: Gefeliciteerd! Maar roem vergaat, helaas, dat blijkt maar weer.
@Ha Cees, welkom terug!