Ga naar de inhoud

Wrevel

Er is een biografie van Lennaert Nijgh verschenen en Grote Broer het HD besteedt daar gepaste aandacht aan. Kunstredacteur Cees van Hoore blijkt de aangewezen persoon om dat te doen – hij wijst daar zelf de aangewezen personen aan.

Helaas, zoals Alfred Hitchcock graag even door het beeld loopt in zijn eigen films, moet Van Hoore in elk stukje dat hij schrijft, hoe nietig ook, even de aandacht vestigen op Cees van Hoore.

Gaat het over Haarlemmerolie, dan moeten wij nodig weten dat Cees van Hoore de laatste tijd wordt geplaagd door kuitkramp en dat Cees van Hoore daarom Haarlemmerolie op de kuit van Cees van Hoore smeerde en jawel…!

Maar ik wíl helemaal niet aan de kuiten van Cees van Hoore denken. Ik wil niet weten wat hij er allemaal opsmeert. En wat hij op andere plekken van Cees van Hoore smeert…

Afijn, maandag stond op de voorpagina van het HD een stuk van (dat weten jullie inmiddels) met de kop ‘Cees van Hoore Lennaert voelde zich miskend’. Het eindigt met een onthulling door biograaf Peter Voskuil dat Nijgh in de jaren tachtig ‘behoorlijk veel dope heeft gebruikt. Vooral speed.’

Mij interesseert het op zich niet bijster veel (ik vind het vreemder dat hij sloten van die zoetige Beerenburg dronk), maar het staat in de slotalinea van het stuk, dus (zou je denken) het zal wel belangrijk zijn voor Van Hoore, van die speed.

Mis poes: twee dagen later recenseert dezelfde Van Hoore de biografie uitvoeriger, op de Cultuurpagina. Weer over dat writer’s blockvan 1976.

‘Uit die tijd stamt ook zijn gebruik van speed en cocaïne. Het wordt hier – Foei toch, Lennaert, dat kan in Haarlem niet, hoor! -naar voren gebracht als een groot geheim, maar mij verbaast het niets.

De kinderachtige cursivering (Foei!) is van Van Hoore zelf. Maar wat bedoelt hij in vredesnaam als hij schrijft ‘mij verbaast het niets’?

Ineens word je weggeplukt bij Nijgh en zit je bij Cees van Hoore op schoot. Een man van de wereld die suggereert ons van alles te kunnen vertellen over writer’s block, of over speed of over Nijgh, maar dat vertikt. Er volgt geen toelichting. En geen sterveling tussen Delftwijk en Schalkwijk die begrijpt waar het op slaat.

En ineens vraag ik me af waarom ik in plaats van hier toe te geven aan mijn wrevel vandaag niet leuk heb geschreven over het aanstaande WK luchtbreien, de prachtig glanzende papayapitten die ik wil planten, een imaginair robbertje poker tussen de vier Haarlemse wethouders of de terugkerende kramp in mijn kuit.

4 gedachten over “Wrevel”

  1. Maar Marius, weet je dat dan niet? Natuurlijk verbaast het Cees van Hoore niks van dat dope gebruik. Cees is namelijk eigenlijk dichter. Met dichtbundels in de reguliere handel verkrijgbaar. (wat zijn kans op een Haarlems stadsdichterschap minimaliseeert.) De recensent weet precies waar hij het over heeft. Grote Dichters onder elkaar!

  2. Dank Marius, ik las en herlas deze passage maar kon niet ontdekken waaruit het vandaan kwam of waar het naar toe ging. Ik dacht; “ik vat het niet of het is alleen voor insiders geschreven”.
    Maar ehhh, ik had nog hoop dat je eens een collumn voor het HD zou gaan schrijven maar zo maak je geen vrienden…

  3. Zou die Cees van Hoore ook zo iemand zijn die, als je hem op een verjaardag vertelt dat je in Thessaloniki bent geweest, je eerst uithoort wat je gezien hebt in Thessaloniki en je vervolgens gaat vertellen wat hij allemaal gezien heeft in Thessaloniki en wat jij dus kennelijk gemist heb in Thessaloniki. ” Heb je daar gegeten? o wat jammer want in het straatje daarchter, nou, daar zit een restaurantje dat echt helemaal gespecialiseerd is in de streekgerchten van Thessaloniki…’ Naar soort mensen vind ik dat.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *