Spot nooit met de griepgoden – ik had beter moeten weten.
Het armzalige plengoffer van slappe thee en bouillon had de griepgoden gekrenkt; de wufte zelfverwennerij had hun gramschap gewekt. Ongedurig wervelden zij rond de mosloze pieken van de berg Epidemikos, vervuld van wraakzucht en roodgloeiende, onblusbare toorn. Daar, op die kille hoogten waar zelfs de geharde schaapsherder niet kan overleven, verzamelden zich de meest vermaarden onder hen: als eerste de arglistige Bacileus, gevolgd door zijn beproefde strijdmakker Polyviros, zoon van Mucus, die werd geflankeerd door Migrainos de schedelverbrijzelaar en Antiklinex de oudere. Bij hen schaarden zich onvervaard de maagden Angina en Rhinorrhoea, wier onverhoedse aanval menig held deed wankelen.
Nadat ook Delirion de Koortsstuwer hun gelederen had versterkt, vlogen zij heen als in onderlinge wedijver, zoals een zwerm Sarsische gieren hongerig wiekt naar een ooiloos lam dat van de groenknibbelende kudde is afgedwaald – zo joegen zij in formatie door de askleurige nacht om zich te storten op de hovaardige sterveling onder zijn dekbed.
Nou ja, het heerst, zullen we maar denken.
.
Beterschap (of trek ik nu de verkeerde conclusie).
Een overduidelijk geval van alfaritus, zelfs schaapjes tellen lukt niet meer.
Ja, dat zal je leren. Neem de tijd om uit te zieken is al dat ik kan zeggen. Met je slappe thee….
@Dirk Jan en Guido: Op wat homerisch gehoest na is het ergste gelukkig weer achter de rug. Met dank voor het medeleven!