Ga naar de inhoud

Snoeiangst

Op de voorkant van Goed Wonen (9-2), een van die HD-supplementen die ik anders altijd ongelezen wegmieter, snijdt Jurgen Smit het laatste taboe onder tuiniers aan. Snoeiangst. 

Ik ben dus niet de enige! 

Mijn vorige huis, in de Morinnesteeg, had een mooie binnenstadstuin met daarin een oude, zeer levenskrachtige druif. Zo levenskrachtig dat hij, als je even niet oplette, via zijn dikke, langs de muur geleide stronken de rest van de tuin en het balkon overwoekerde. Zijn aspiraties reikten tot de nok van het dak, daar maakte hij geen geheim van en als ik het snoeien een tijdje had verwaarloosd, placht ik te dromen dat hij me wurgde in mijn slaap. 

Om hem enigszins kort te houden, moest je de dorre takken in de winter fors amputeren – vóór de sapstromen op gang waren gekomen. Alleen, die winter was het erbij ingeschoten. Het was begin maart, zo’n heerlijk tintelende dag als gisteren. De druif had nog geen knoppen of uitlopers. En sap hoorde ik niet stromen, overtuigde ik mezelf. Het was nu of nooit. Ik nam de snoeitang ter hand en leefde me (zonder enige angst) lekker uit. 

Die avond begon het te regenen in de achtertuin. En het bleef maar regenen, ook toen ik allang in bed lag. Mijn druif drupte uit zijn vele wonden! Hij traande, hij weende zachtjes, hij bloedde. Steeds nieuwe druppels fluisterden ‘moordenaar!’ 

Pas de volgende morgen was hij helemaal leeg. Kort daarna verhuisde ik naar een bovenwoning. 

(Maar dat zou ik anders ook hebben gedaan. De druif heeft het gelukkig gered en als ik ‘s zomers voorbijloop, zwaaien zijn frisse ranken jolig naar me over de schutting, alsof er nooit iets ergs tussen ons is voorgevallen.)

3 reacties op “Snoeiangst”

  1. Ik heb voor mijn ouderlijk huis, dik vijfendertig jaar geleden eens de vlier onder handen mogen nemen. Nou, die heeft het geweten, ze hebben het er nog over bij mij thuis, maar die vlier staat er nog steeds. Niks ‘happen naar de baas’; ik heb daar vanuit de zuivere intuitie van mijn jongelingshart een, misschien dan niet Gode, maar toch minstens Moeder Nature welgevallig werk gedaan.
    Van snoeien ga je groeien.

  2. Mozes hoefde alleen maar tegen een berg te slaan of er kwam al water uit en vervolgens was er weer een andere gozer uit z’n groepje die het kunstje verstond om dat water in wijn te veranderen. Kijk, die lui hadden niets op met dat ouwe wijvengezeur van snoeien, zure druivenplukken en laten gisten en zo. Dat waren nog eens mannen: snoeihard!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *