Ga naar de inhoud

Een brug te ver

Een minimaal aanvaardbaar niveau van esthetische kwaliteit – wie van ons hanteert dat begrip nou níet in zijn persoonlijk leven?

Je loert tegen het onbarmhartige daglicht in naar de spiegel en geeft jezelf het voordeel van de twijfel: drie dagen stoppelgroei op die vale tronie kan met wat goede wil van alle betrokkenen nog net doorgaan voor geplande nonchalante viriliteit. Mits (dikke, vette MITS!) je er niet die verschoten gele ribfluwelen broek met die ‘knietjes’ bij aantrekt, die bij de eerstkomende wasbeurt waarschijnlijk tot ontbinding overgaat. Dan wordt een grens overschreden. Onaanvaardbaar. Onesthetisch.

En het streven naar maximale esthetische kwaliteit, hoor ik u denken? Dat is slechts weggelegd voor dandy’s, couturiers, alleenheersers, operazangers en ballerina’s, bruid en bruidegom, de jonge crocussen en sneeuwklokjes.

Laten we het daar liever niet over hebben. Want dit gaat over Haarlem. Dit gaat over de Schoterbrug. De Schoterbrug in aanbouw.

Volgens een bericht in GroteBroer het HD (28-2-’08) heeft het college van B&W vorig jaar een negatief advies van de Commissie Welstand en Monumenten genegeerd.

Wilde Welstand pijlers van rood marmer, barokke ornamenten en sculpturen, platina tuien? Wilde Welstand de Karelsbrug en de Golden Gate naar de kroon steken?

Nee. Dit is Haarlem. De Commissie Welstand klaagde destijds over ‘een ratjetoe aan materialen’ en voerde aan dat het ‘goed mogelijk moet zijn (…) het ontwerp alsnog in overeenstemming te brengen met een minimaal aanvaardbaar niveau van esthetische kwaliteit.’

Een minimaal aanvaardbaar niveau… Ik krijg die trieste frase niet uit mijn hoofd. Dat ben ik met kater en drie dagen stoppels. En die beschamend lage inzet was voor het college …onaanvaardbaar hoog. Een brug te ver. Hoezo, het (Schoter)oog wil ook wat? We krijgen bij de Mooie Nel een brug van een onaanvaardbaar, minder dan minimaal niveau: dat ben ik met stoppels én onesthetischegele lubberbroek.

Gelukkig is het maarvoor tien vijftig honderd jaar.

 

1 reactie op “Een brug te ver”

  1. De welstandscommissie gaat toch alleen over het afkeuren van dakkapellen? Zo’n ding stond op mijn ozb-taxatierapport van 2005 nog als ‘bijgebouw’ gerubriceerd. De gemeente moet hebben gedacht: “Wat?, een kapel? Een kapel is een bijgebouw van het hoofdgebouw (het gebouw Gods), dus als een gewone burger zoiets nota bene ook nog eens op zijn dak heeft staan, krijgt hij ook de welstandscommissie erbij!” (hij krijgt de WC op zijn dak als het ware).
    Inmiddels blijkt mijn dakkapel in mijn ozb-taxatie van 2007 verhuisd van ‘bijgebouw’ naar ‘bijzondere kenmerken’. Inderdaad is een dakkapel zo bijzonder kenmerkend dat je ze praktisch nergens anders hier te stede aantreft.

    En dat de gemeente zich niets hoeft aan te trekken van de WC’s van deze wereld blijkt uit het parmantig-arrogante wangedrocht van stadsontwikkeling (?) Spaarne – Herensingel.
    Quod licet Jovi non licet bovi, niewaar?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *