Ga naar de inhoud

Typisch Nederlands?

Gastbijdrage van Harrie van der Meulen

De discussie over wat typisch Nederlands is, dateert niet van vandaag of gisteren (lees: de omstreden toespraak van Prinses Máxima van eind vorig jaar). Zelf houd ik me met deze vraag al bijna een halve eeuw bezig.

In de jaren zestig maakte ik deel uit van een gezelschap van wetenschappelijk medewerkers en studenten van het Antropologisch-Sociologisch Centrum in Amsterdam, dat wekenlang tijdens de middagpauze fanatiek deze heilige graal probeerde op te sporen. De opdracht was simpel: vindt een onderscheidend kenmerk van de bewoners van de noordelijke Lage Landen. Het was een ideale plek voor deze (quasi-)wetenschappelijke queeste, want in het gebouw bevond zich een omvangrijke bibliotheek met volkenkundige studies. Als iemand dacht beet te hebben, snelde een van de anderen naar boven en schoot met een boek in de hand de vondst af. De naïeveling die dacht te scoren met iets als kop en maaiveld, werd bestookt met zeventien Melanesische volkjes die veel egalitairder waren dan wij Bataven.

Omdat Nederland en Denemarken veel gemeen hebben, hielp het dat er vaak een Deense antropologie-studente bij was. Zo dachten we er een keer heel dichtbij te zijn met ‘de fietsende hoogwaardigheidsbekleder’, toen Helle ons wees op het veelvuldige gebruik van de fiets door koning Frederick IX en we weer terug bij af waren. Als ik het me goed herinner, gooiden we vlak daarna de handdoek in de ring.

   

Dit alles laat natuurlijk onverlet dat de fietsende hotemetoot op zijn minst een bijna exclusief kenmerk is van de Nederlandse cultuur. Terwijl het in aardig wat landen niet ongebruikelijk is dat loco-burgemeesters van provinciestadjes zich verplaatsen in geblindeerde auto’s met een motorescorte, zie je in  Nederland onderkoningen (Tjeenk Willink) en ministers op de fiets naar het Binnenhof rijden. Ik heb altijd gedacht dat ze dat deden omdat ze van fietsen houden en het prettig vinden iets uit te stralen van de calvinistische soberheid en de voor-God-zijn-we-allen-gelijk -mentaliteit, maar als je wat langer kijkt naar foto’s van bijvoorbeeld een fietsende Donner, slaat de twijfel toe.

 

Het kost me moeite hier geen ijdeltuit of social climber te zien. Als je een fiets vooral beschouwt als een transportmiddel, dan is dit niet echt een handig model in ons klimaat, met al die tegenwind. Zo’n zorgvuldig uitgekozen vintage Burco of Fongers, waar je niet anders dan kaarsrecht op kan zitten, maakt helemaal duidelijk waarom een fiets vroeger een stalen ros werd genoemd. Een ros? Zou dat het zijn? Donner’s betovergrootvader was een kruideniertje. Ben ik malicieus als ik hier een nazaat van kleine luyden zie die druk doende is op te klimmen tot de neo-adel? Iemand die anno 2008 eigenlijk het liefst als dienaar des konings te paard naar Binnenhof of Ridderzaal zou willen rijden om zich aldus te verheffen boven het gemene (gemotoriseerde) volk?

Nee, dan Jos van Kemenade. (“Een stadgenoot, stadgenoten!”) Deze Minister van Staat beweegt zich – onveranderlijk in windjack – voort op het soort sportieve toerfiets dat gangbaar was eind van de jaren tachtig. De kleur van het rijwiel is een onbestemd grijsgroen. Zadel en stuur staan vrij laag, zodat hij nogal ineengezakt zit. Je zou hem 82 geven, terwijl hij nog maar net 71 is. Het enige wat nog ontbreekt is een plastic zak aan het stuur met oud brood voor de eendjes.

2 reacties op “Typisch Nederlands?”

  1. Beste Harrie,

    De Donnertjes draaien al geruime tijd mee in het patriciaat en alleen al daarom wordt er door deze telg gefietst vanuit het aristocratisch ascetisch beginsel. Oranjeklant, dus nooit een Batavus, schat ik hem eerder in op een Gazelle. Van Kemenade fietst vanuit het paradise-lost-idee, net als Kok. Commissariaten kunnen niet het gevoel wegnemen dat je er uiteindelijk niet bijhoort, bij het old boys network. Dan resten inderdaad de eendjes.

  2. Als je geen verstand van fiertsen hebt moet je er niet overschrijven. ijn Burco is een sportieve fiets van het jaar 1960 e rijdt prima nog steeds

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *