Ga naar de inhoud

Roest Zacht

In Wageningen is al jaren veel te doen over een nieuw kunstwerk, dat de capitulatie van Duitsland in 1945 moest gedenken. Kunstenaar Hanshan Roebers ontwierp daartoe een metershoge, rechtopstaande, zeer fallische granaathuls. Om niets aan de verbeelding over te laten – niet iedereen is gezegend met een dirty mind – bedachthij een mechanisme waardoor de huls bij verhitting door zonlicht telescopisch uitschuift.

Zowel omwonenden als oorlogsveteranen vonden het obsceen, omniet te zeggen, niet netjes. Het gedenktekenc.q. de penis staat nu al drie jaar in de gemeentelijke opslag (op een koele plek) en de lokale ondernemers eisen hun investering van 125.000 euro terug.

Ook in Haarlem was onlangs heibel over een kunstwerk. Ik bedoel het betonreliëf van Wiesman in het voormalige Arbo-gebouw. De slopersploeg ging daar helemaal los en de halve muur lag al in de poeier toen de erven Wiesman alarm sloegen. Oei! Het voorval haalde de Telegraaf en wethouder Chris vanVelzen werd door raadslid Fedde Reeskamp (D66) beticht van ‘bestuurlijke hufterigheid’.

Inmiddels is er een oplossing: de ruïne van het reliëf wordt getransformeerd in een soort monument tegen cultuurvandalisme, en daar kan iedereen kennelijk mee leven. Wat opviel in deze affairette was dat niemand het over zijn lippen kreeg dat hij die muur mooi vond. Of lelijk. Het was meer dat men het een mooi principe vond dat lelijke kunst gespaard bleef.

Op mijn weblog suggereerde ik dat ergens op een kale, winderige vlakte in de kop van Noord-Holland een soort BKR-kerkhof moest komen: een laatste rustplaats voor ongewenste kunst met maatje XXL. Een macaber landschap vol gewapend beton en roestend staal, met titels als ‘non-figuratief object’, ‘ellips’, ‘geometrische vlinder’, ‘groot disfunctioneel orgaan’ (in de volksmond beter bekend als ‘de slappe’), en die absolute favoriet in de jaren tachtig, ‘zonder titel’.

Op Koninginnedag kreeg ik een creatiever idee, toen ik rond mocht kijken in het atelier van Hannes Kuiper– alias Electric Hannes. Daar zag ik een… een… een objet d’art van hout, vrolijk beschilderd met vissen en ogen en er zaten zwaaiarmpjes aan die je in allerlei standen kon zetten. Maar waar het hier omgaat, dat kunstwerk stond op wieltjes.

Zou het, vroeg ik mij af, mogelijk zijn een verordening in te voeren dat in de openbare ruimte in Haarlem uitsluitend nog verrijdbare kunst geplaatst mag worden? Onder het motto: GEEN WIELEN, GEEN SUBSIDIE?

Denkt u zich eens in wat een revolutie het zou betekenen als de kunst van zijn voetstuk werd gehaald! In de huidige situatie kijken buurtbewoners als ze pech hebben jarenlang machteloos aan tegen dezelfde onwrikbaar in de bodem verankerde monstruositeit. Als mijn voorstel wordt aangenomen kunnen ze hun krachten bundelen en het onding een paar straten verder parkeren. En het staat de mensen daar natuurlijk vrij het nog verder te transporteren of het pesterig terug te zetten op de oorspronkelijke plek.

Het omgekeerde is evenzeer mogelijk: wie ergens een begerenswaardig standbeeld heeft zien staan, kan een paar gespierde buurmannen ronselen die het voorrijden. Met een beetje inspanning en organisatietalent kan iedereen zijn eigen wijk verfraaien.

Om te voorkomen dat barbaren onvervangbare sculpturen zonder scrupules de plomp in rijden of rechtstreeks naar de schroothandel duwen,worden zendertjes ingebracht. Via een satellietverbinding zijn ze dan altijd te traceren, met als bijkomstig voordeel een primeur voor de stad. Na Google Earth krijgen wij Google Art.

De dynamiek van het culturele leven wordt ineens zichtbaar. Wie is in, wie is uit? Kunstenaars, galeriehouders en critici zullen aan de monitor gekluisterd zitten om de tientallen stipjes te volgen die over het stratenplan kruipen. De woorden ‘kunststroom’ en ‘kunstbeweging’ krijgen een nieuwe, democratische betekenis, want elk stipje staat voor een ploegje zwetende, zwoegende mannen en vrouwen dat – ik noem maar wat – na kritische studie besloten heeft ‘De Souffleur’ van Wessel Couzijn (ooit bij de Stadsschouwburg) van dePijnboomstraat naar het Marsmanplein te verslepen.

Op de terugweg stuiten ze ergens op Malle Babbe van KeesVerkade. Een korte appreciatie volgt. Fijn beeldje! Om beurten duwen ze een stukje, maar terug in de Pijnboomstraat, wacht hen een bittere ontgoocheling:”Godsamme! Hoe is het mogelijk? De Zonnevechter!! Nee toch!!! Gisteren stond dat kolereding nog aan de Aziëweg!”

De pakkende leuze krijgt de gemeente er gratis van me bij:

HAARLEM CULTUUR? ALLES LOOPT OP ROLLETJES!

Voorgelezen in de Radio 105 Broodkast van 14 mei 2008

.

 

4 reacties op “Roest Zacht”

  1. Dat kerkhof moet er natuurlijk ook komen; waar moet je anders die kunstwerken naar toe rijden die echt helemaal niemand wil hebben?

    Misschien kan die erectiliteit van Wageningen als verkeerspaal dienst gaan doen? Weliswaar dan niet door de Zon bediend, maar door een verkeersagent?

    Op het plaatje ziet hij er overigens echt als een potlood uit. Maar nisschien is de Nationale Pik op de Dam wel weer genoeg voor Nederland……

  2. Wie “‘De Souffleur’ van Wessel Couzijn” googled ziet de kunstenaar grappig genoeg ook ‘gekard’, en past dus prima in het RaDa-verhaal. Zou ‘De Souffleur’ nog beschikbaar zijn voor de nieuwe schouwburg?

  3. Peter Holthuizen

    Haha, de Zonnevechter die de hele stad door wordt gesjouwd! Het is niet alleen Kunst in beweging maar ook Meer Bewegen met Kunst. Als we een beetje ons best doen wordt het nog een Olympische sport. Daar gaat de Denker (met later toegevoegde inkepingen) op kop, gevolgd door de – zie ik dat goed? ja, het is ‘m echt: de Laxc3xb6coxc3xb6ngroep-kopie van voor het provinciehuis.
    Overigens heb ik begrepen dat de Souffleur straks weer op zijn oude plek wordt teruggezet als de bouwketen zijn opgeruimd.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *