Ga naar de inhoud

Visioen

We waren tegen beter weten in gaan wandelen. De heuveltoppen verstopten zich in rafelige wolken, maar toen het even droog werd, waagden we de gok. Naarmate we klommen, werd het steeds mistiger. Sliabh Bhiofain agus Gharbhrois en de andere pieken langs het pad kregen we niet te zien, om van vergezichten over de Atlantische Oceaan maar te zwijgen.

Door de mist viel nu ook een gluiperige motregen, die zich toen wij weigerden rechtsomkeert te maken verpopte tot een ordinaire, vijandige bui. We lieten ons niet kennen, al was er natuurlijk niks aan. Echt niks.

Dan maar niks. Koppig modderden we door over dat pad. De regenbroeken lieten we in de rugzak, niet bereid het fiasco toe te geven. De schapen keken ons meewarig aan. Nog een geluk dat we niet verdwaalden, want verder dan vijfmeter kon je niet zien.

“Wat dóen we hier eigenlijk?”
Het was een terechte vraag; ik liep hem zelf al anderhalf uur te stellen.
“Weet jij ergens een knappend haardvuur met warme chocolademelk dan?”

Zo, de stemming was nu ook bedorven en de volgende kilometers maakten het er niet beter op. Nog steeds amper zicht; wind tegen en behalve nat werd het ook guur. Na een kort crisisberaad besloten we dat met deze omstandigheden niet te spotten viel. Er zat niets anders op: regenkleding aan, zorgen dat we niet verkleumden en op onze schreden terug langs hetzelfde godverlaten pad. Ons verlies nemen.

We gingen met de rug naar de wind staan en begonnen ons in de regenbroeken te hannesen. Zodra ze het laatste klittenbandje had bevestigd, stapte Sylvia bruusk weg. Ik volgde haar al, toen ik nog even (mist-troostig) over mijn schouder keek en een kreet van verbazing slaakte.

Het was een visioen. Een tafereel uit Lord of the Rings. De mist was ineens opgetrokken en onder ons, aan het eind van een steile afdaling, lag een kleine baai, met in de branding een feeëriek, grillig rotseiland, waartegen het schuim woest opspatte.

We konden er niet over uit. Het chagrijn sloeg om in extase. We volgden het pad naar beneden, waar het droog was. Bij het strandje vonden we een plekje om onze boterhammen te eten en te speculeren over hoe het ook had kunnen gaan. Als ik niet had omgekeken, zouden we grimmig de terugtocht hebben aanvaard, de mist, Donegal en elkaar vervloekend.

De dag wás al gered, maar er volgde nog een wondertje. Toen we teruggingen, hielden we stil op de plek waar we ons hadden omgekleed. “Hier was het”, zei ik glunderend, en ik had het nog niet gezegd of een dichte mist schoof onverbiddelijk tussen ons en het eiland. De voorstelling was ten einde..

3 gedachten over “Visioen”

  1. Inderdaad, Fog on the Barrow-downs. Grafheuvels altijd aan de westzijde passeren!

    Mooie beschrijving, prachtige foto.

  2. Mooi verhaal. Ik had ook nog nooit van Sliabh Bhiofain agus Gharbhrois gehoord. Wel deed het me denken aan La Gomera, thuishaven van David Joziasse. Mist boven, zon onder.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *