‘Tien jaar lang stond cultureel Haarlem in de steigers. Na de nieuwe Toneelschuur kwamen de wedergeboorte van Het Patronaat en de metamorfose van het Concertgebouw in de Philharmonie. Volgende week worden de verfkwasten definitief opgeborgen met de heropening van de gerenoveerde Stadsschouwburg Haarlem.’
Aldus de inleiding bij het interview dat John Oomkes van Grote Broer het HD had met Jaap Lampe, directeur van de Stichting Stadsschouwburg en Philharmonie. Wat zeg ik, interview? Het is een stoomcursus boekhouden in de culturele sector. Over tering en nering, kostenoverschrijdingen, ontslagen, een neerwaartse spiraal, zeven ton in de min, hozen, hozen, hozen (de Stichting maakte water), voorzichtig ‘plussen’, subsidies die uitsluitend de overhead dekken, inkoopprogrammering (= ‘succes verzekerd’), niet in de bus blazen, en de Philharmonie als succesvol speler op de commerciële huurmarkt.
“Een echt artistiek inhoudelijk hoogstandje kunnen we ons (nog) niet veroorloven.” (…) “Ik hoop dat [serieuze toneel] te gaan uitbouwen en over drie, vijf jaar wel stoute dingen te kunnen doen.” ***
Allesbehalve een hosannaverhaal dus en dat komt natuurlijk niet als verrassing. En dan is er altijd nog de politiek, die een treurig verhaal treuriger weet te maken met een treurige kreet; in dit geval ‘scenario kaal plus’. Jullie vinden het hopelijk niet erg als ik me daar met een tekeningetje vanaf maak?
***De RaDa-reda onthoudt zich van commentaar op het woord ‘stoute’
… en als dan ook nog de architect het voegwerk wat magertjes vindt, dan wordt het wel een erg kale bedoening.
Voor wie zich afvraagt waar Cees (hoi Cees!) het over heeft: http://www.haarlemsdagblad.nl/nieuws/regionaal/haarlemeo/article3892545.ece/Prutswerk_aannemer_schouwburg
En Z.(iggy) heeft een opgewekt stukje over de Schouwburg: http://zigs.web-log.nl/zigs/2008/09/theater-theater.html Dat is dan weer de andere kant van de keerzijde van de medaille (zoals een BN-er – nee, niet Johan Cruyff – laatst zei.
Vandaag van Egeraat in Het Parool, bevraagd door David Keuning: “Ik vind de oorspronkelijke Stadsschouwburg een redelijk mooi gebouw. Ik vind het niet schitterend.” VOND VAN EGERAAT DEZE OPGAVE EIGENLIJK WEL LEUK? (emphasis mine, KvD) Vooral omdat hij in Rusland hele steden uit de grond stampt [Dus net als destijds onze goede oude Ir. J.B. van Lochem] en hier moet muggenziften over de juiste kleur rood in de foyer [en zie dan de voormalig lichttechnicus in dit weblog over dat rood]? Van Egeraat, stellig: “In Rusland was dit gebouw allang afgebroken.” En die houding spreekt hem wel aan? “Ja. Is dat zo raar?”
Wat ik al vermoedde: hij heeft een opdrachtgever tevreden gesteld, en dat kostte een hoop moeite. De nieuwe, grillige en behoorlijk gekke toren op de Zuidas, die ik al enkele malen met verwondering en enthousiasme heb bekeken, blijkt ook van hem te zijn: “ik had daar wel wat meer mogelijkheden om de sculptuur naar mijn eigen wensen vorm te geven.” In Grote Broer geeft hij dan ook nog de schuld aan de aannemer en Monumentenzorg.
Hoe bestaat het dat je onmiddellijk na oplevering en nog voor de officiële ingebruikname door de stad zo vernietigend afstand neemt van je eigen creatie! Het lijkt mij een doodzonde voor een professional, tenzij het resultaat rampzalig is. En dat is De Schouwburg toch beslist óók niet!
Betreurensaardige beroepshouding van een briljante ijdeltuit. Niks moois gemaakt: komp door hunnie!