Ondersteuners

‘Harde acties: bij de NS stakingen die miljoenen reizigers in de kou laten staan; in het onderwijs vervalt het 7e uur (behalve voor de examenklassen) omdat de leraren een door Tichelaar opgestelde petitie moeten gaan ondertekenen.’

Dit lemma uit het Klein Woordenboek van het Nederlands Onderwijs(2001) is in zoverre niet actueel dat Tichelaar nadien een paar carrièresprongen heeft gemaakt, maar de strekking ervan geldt onverminderd. Deze week zucht Nederland onder een estafettestaking, dagelijks in een andere regio, vanaf 12.00 uur. Ja, dat hakt erin…

Laat ik vooropstellen, de Nederlandse leraar wordt al drie decennia geknecht en vernederd (zozeer dat ik sommige collega’s ervan verdenk dat ze het stiekem lekker vinden), dus er zou op zich alle reden zijn om de boel eens vier maanden plat te gooien. Jammer alleen dat acties in dit land altijd worden georganiseerd door van die vakbonden. Op de een of andere manier slagen die er feilloos in mij van zich te vervreemden.

Deze advertentie verscheen vorige week:

Minder werkdruk, meer geld… Daar kan ik me in vinden! Maar ‘goede ondersteuners’? Wattefok is een ondersteuner?

Eerst legde ik de klemtoon verkeerd; ik dacht aan ‘understudy’ – de reserve-acteur, die de tekst uit zijn hoofd leert voor het geval de vaste speler keelpijn krijgt; en dat er in de docentenkamer dan ONDERsteuners zitten, die degenen die er helemaal doorheen zitten helpen met steunen. En kreunen. Zaniken, miemelen en dreinen zitten ook in hun pakket, zodat er nooit pijnlijke stiltes hoeven vallen in de pauze.

Hoe komen ze nou weer aan zo’n kneuzig woord? ‘Ondersteuner’ blijkt inderdaad te bestaan, maar alleen op sites waar een fatsoenlijk mens liever niet komt. Er worden conciërges, mediathecaresses en amanuenses enz. mee bedoeld.

Heer sta mij bij!

.