Ga naar de inhoud

Het rijfkoekmysterie

Rijfkoek, rijfkoek, rijfkoek, rijfkoek, rijfkoek, rijfkoek, rijfkoek, rijfkoek, rijfkoek, rijfkoek, rijfkoek, rijfkoek, rijfkoek, rijfkoek, rijfkoek, rijfkoek, rijfkoek, rijfkoek, rijfkoek, rijfkoek, rijfkoek, rijfkoek, rijfkoek, rijfkoek, rijfkoek, rijfkoek, rijfkoek, rijfkoek, rijfkoek, rijfkoek, rijfkoek, rijfkoek, rijfkoek, rijfkoek, rijfkoek, rijfkoek, rijfkoek, rijfkoek, rijfkoek, rijfkoek, rijfkoek, de rijfkoek blijft zoek!!!!

RaDa’s onbezoldigde amateurspeurders bijten hun tanden erop stuk!

(Wel meldt Harrie dat ‘koek’ bestaat als ziekelijke aandoening aan buikorganen, zoals milt en lever, veroorzaakt door o.a. malaria)

12 reacties op “Het rijfkoekmysterie”

  1. Pas achteraf besef ik dat ‘de rijfkoek is zoek’ een potentiële carnavalskraker is.

  2. Welke koek wel helemaal op is: de poeziezomer van Watou. Wordt dit jaar niet meer georganiseerd. Nou ja zeg. Heb net niet het dozijn bezoekjes vol kunnen maken. Ik vind toch altijd wel: er moet niet teveel aan mijn zekerheden getoornd worden.

  3. @RigoReus; Eens!!! Hoewel ik er de laatste keer bijna wegregende was het een vaste waarde voorafgaande aan het DranouterFolkFestival. Alles blijkt tijdelijk te zijn zelfs Watou.

  4. In het WNT vond ik ook nog dit: “Rijfelijk (“Rijffelick. Plena manu, ampliter, copiosxc3xa8, liberaliter, largxc3xa8”, KIL.).
    Samenst. afl. Rijfstroomig, rijkelijk stroomend (“O edel medicinael bespoeysele, Rijfstroomich vloeysele, Grondeloos in eloquenter faconde”, DE CASTELEIN, Pyram. 7 [c. 1530]).” Op grond hiervan zou je – qua slag in de lucht – kunnen denken aan een kwaal als psoriasis, zijnde een ‘koek’ die zich ‘rijkelijk’ over het lichaam verspreidt.

  5. @Harrie: in het Engels heb je ‘rife with’ als het ergens van krioelt / wemelt. Ook een ziekte kan ‘rife’ zijn = ‘heersen’. Ik hoop nog steeds op het verlossende antwoord.

  6. Rijfkoek: misschien een recept voor bankiers e.d. ?
    koeken hebben = rijk zijn, veel geld hebben.
    rijf = hark (o.a.)
    Op deze manier kun je het zien als een ander woord voor bonus.
    P.S.: Ik las laatst in een krant een voorstel voor een nieuw werkwoord: bonaneren.

  7. Rijfkoek revisited// M’n speurwerk zit er voorlopig op. Ik had even nog m’n hoop gevestigd op een degelijk achttiende of negentiende eeuws medisch lexicon, tot ik besefte dat dergelijke naslagwerken de primaire bronnen zijn/waren van woordenboekschrijvers en dat rijfkoek dan vrijwel zeker in de drie strekkende meters van het Woordenboek der Nederlandse Taal opgenomen zou zijn. En het staat daar dus niet in. Omdat Claes Tilly en zijn erfgenamen een permanente strijd hebben moeten voeren tegen namaak, kreeg ik gisteren na het lezen van ‘Haarlemmerolie: Het medicamentum gratia probatum’ (Henri Spijkerman, Jaarboek Haerlem 1993) ineens de doldrieste gedachte dat het wel eens een onzinwoord zou kunnen zijn om – in een tijd dat er nog geen reprodruk bestond – frauduleuze imitators linksom (weglating) of rechtsom (plagiaristische overname) door de mand te laten vallen. Denk aan de truc met de handtekening op het etiket. (Zie: Haarlemmerolie op Wikipedia).

  8. Er lijkt wel steeds meer aanwijzing dat het inderdaad een onzinwoord is: ik heb het Middelnederlandsch Woordenboek en het Corpus Gysseling (al het Nederlands van voor het jaar 1300) dat enkele receptenteksten kent, en medische voorschriften, geraadpleegd: helemaal niets dat in de buurt komt. Behalve het woord Rijf, dat rif betekent en met name middenrif. Ook Harrie’s rijffelijk komt daar in deze betekenis voor (royaal, ruim).
    Naspeuring zou nog kunnen worden voortgezet in de Duitse dito woordenboeken op Reifkuchen en spelvarianten. Maar het woordenboek van Hermann Paul kent het alvast niet.

    In laatste instantie zou nog gezocht kunnen worden in het nieuwe Vroegnieuwnederlands Woordenboek dat in Leiden gemaakt is bij het Instituut voor Nederlandse Lexicologie.

    Ook zou de vraag als zodanig aan hen kunnen worden voorgelegd. Dat is dan wel het uiterst mogelijke om Marius te comforteren in zijn ongerief over deze kwestie.

  9. @Kees van Dijk: Vroegnieuwnederlands Woordenboek (‘riue’), 32-delig Deutsches Wxc3xb6rterbuch (Jacob & Wilhelm Grimm) & het 9-delige Rheinisches Wxc3xb6rterbuch werden al door mij geraadpleegd. Veel aardigs gevonden: woorden als Kartoffelpuffer en Tolle Knolle; in het katholieke Rijnland wordt de vrijdag in sommige streken reifkoekdag genoemd; wetenswaardigheden als “Reib-kuchenabend -xc5x8dwxc9x99nt Gummb-Lobschd Fastnachtsdienstag” en “Reib-kuchen-land n.: Neckn. fxc3xbcr Sieg-xc3x84gid”. Geen enkele indicatie echter van ziekte of kwaal. Behalve natuurlijk dat je van te veel rijfkoeken eten een opgeblazen gevoel rond het middenrif krijgt. Dan word je een Kartoffelpuffer.

  10. @Harrie: Tja, dan kun je gevoeglijk aannemen dat het niet bestaat! Dan kan wellicht uitsluitend en alleen autopsie van het bedrijfsarchief van de firma Tilly nog uitsluitsel bieden. Overigens komt het woord rive/rijf in de zin van ruim, royaal tot ons in de vorm (on-)Ge-RIEF(-e-lijk); althans dat suggereert De Vries in zijn Etymologisch Woordenboek als mogelijkheid.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *