“Let’s toast to a very succesful (sic) next academic year.” In een artikel over de onstuitbare opmars van het Engels bij hoorcolleges citeert de NRC rector magnificus Frans Zwarts van de Rijksuniversiteit van Groningen. (Zaterdag &cetera, 7-3, ‘How do you underbuild that?’)
Er kleven enkele bezwaren aan de zo geroemde ‘internationalisering’ van het onderwijs, die in de praktijk niet meer is dan verengelsing (zelfs Duitse filosofiestudenten moeten hier Kant in het Engels lezen), en die leidt tot een zekere vergroving en vervlakking – door het dorre, risicoloze Engels van de Nederlandse docenten gaan nuances verloren; verhelderende anecdotes worden geschrapt uit het betoog, omdat die niet sappig genoeg kunnen worden gebracht in het Nederengels.
Misschien dat die schroom een generatiekwestie is; in de klas en op straat neemt de angst om fouten te maken steeds verder af, constateer ik. Met alle fouten van dien.
“You really don’t have small money?” hoorde ik de man aan de balie bij station RAI vandaag zelfverzekerd zeggen tegen een toerist. “Then I’m sorry. I must have small money.”
En zo is dat!
.
Yes, I read Lace.
Het probleem, of de kwestie, is duidelijk. En ik ben bang dat het een niet te stuiten ontwikkeling is. Eerst is het verzet, dan wordt het wennen, en nog wat later wordt het gewoon officieel. En pas je je aan, want dat is dan de norm.
Mijn Britse oud-collega die net als ik in Brussel werkte, vertelde mij dat zijn Engels zienderogen achteruit ging, omdat hij met z’n taal zo vreselijk moest ‘knielen’ voor de (goedwillende) Nederlanders die denken het Engels te beheersen. Ik geef toe dat ik daar zelf flink aan heb bijgedragen.
Maar laten we niet vergeten, dat de Fransen en de Duitsers er ook een aardig potje van maken, hoewel die zich – misschien vanuit de zekerheid dat ze net als de Britten ook een grote cultuur herbergen – minder laten voorstaan op hun kennis van andere talen.
Jaren geleden was ik aanwezig bij een etentje thuis, bij de ouders van. Vader des huizes was delegatieleider van de Duitse afdeling van ESTEC (ruimtevaartorganisatie) in Noordwijk. Aan tafel een bonte verzameling nationaliteiten, we spraken Engels of wat daar op leek.
Hoe het op het werk ging vroeg ik. Welnu de officiële voertaal was gebroken engels. Zo’n 1500 vaktermen aangevuld met ongeveer 2500 algemene engelse woorden waren genoeg om een satelliet in een baan om de aarde te krijgen. Eén probleempje, de Engelsen, die waren door hun uitgebreide woordenschat en schier oneindige nuances bijkans onverstaanbaar.
@H.Sl. : Voor dit verschijnsel hebben de Britten de term ‘off-shore English’, d.w.z. de neutrale variant van hun taal, die voor Noren, Oostenrijkers, Bulgaren en andere Continentalen uitstekend voldoet voor hun onderlinge contacten – nadeel: zodra de eilandbewoners zelf aanschuiven is het uit met de pret/communicatie.
In een PAVOHOVAHA-tempo – 10 minuten per jaar! – ben ik nu al ruim een decennium bezig een tekst te construeren waar de meeste Nederlanders die hoog opgeven van hun beheersing van het Engels (“Ik beschouw mezelf als tweetalig”) nauwelijks een idee hebben waar het over gaat. Niet met obscure termen (Zugzwang!) uit de dikste Webster, maar aan de hand van het goedkoopste Engels – Nederlandse zakwoordenboekje. Met woorden dus als acquiesce, precipice, adamant en prattle. Weet iemand (Marius?) of zoiets plagerigs onder anglisten circuleert en zo ja, of het op internet te vinden is?
@Harrie: uh… James Joyce, Ulysses? Iets kantenklaars op het www weet ik niet.
Op die zogenaamd verdiepende anecdotes van de klassieke docent zit de moderne student niet te wachten. Docenten zijn gewoon een brick in the wall, weet je. En dat staan ze nog meet te zingen ook, bij de examenstunt..
In mijn ouderlijk huis is de Nederlandse vertaling van de Ulysses tot stand gekomen.Er zijn nog veel aantekeningen uit die tijd aanwezig.Best interessant om eens te zien hoe die vertaling van het Engels naar het Nederlands is verlopen.En wellicht leerzaam.(leuk detail is dat voor deze vertaling er speciaal een entre-sol met een bibliotheek boven in de hoge huiskamer is ontworpen en gebouwd ten tijde van de vorige bewoner advocaat De Leeuw)
@Marius: Bedankt voor het meedenken. James Joyce is o.m. door z’n neologismes vooral heel lastig om te vertalen [@Suzanne: leuk! John Vandenberg?], maar is bij oppervlakkige lezing voor iemand met een redelijke beheersing van het Engels nog wel te begrijpen. Neem bijvoorbeeld een willekeurig gekozen zin als “On the curbstone before Jimmy Geary the sexton’s an old tramp sat, grumbling, emptying the dirt and stones out of his huge dustbrown yawning boot. Of: “Under Tom Kernan’s ginhot words the accompanist wove music slow.” [Mooi hxc3xa8, trouwens] Verder komen woorden als ginhot en dustbrown niet voor in een Engels woordenboekje van 2.95 bij de Witte Boekenhal. Ik blijf zoeken en me aanbevolen houden.
Ik geloof van wel!Ik zal mijn vader vragen want die weet er veel meer van.
@suzanne: Misschien kun je Harrie en mij een keer rondleiden? Klinkt erg interessant!