Ga naar de inhoud

Samen pauliencornelissen

In Taal is zeg maar echt mijn ding knoopt Paulien Cornelisse aan een beschouwinkje over het nu ingeburgerde werkwoord ‘sonjabakkeren’ een oproep tot taalverrijking vast. ‘Martsmeetsen’ (voor ongevraagd ongewenst commentaar leveren bij sport) zou volgens haar zo’n aanwinst kunnen zijn, en een afgepeigerde, verantwoord moederende moeder zou voor de variatie eens kunnen verzuchten: ‘Ik heb me rotgedaphnedeckerd.’

Cornelisses boekje kwam woensdag even ter sprake in het boeken-item van de Broodkast-radiotalkshow, waar ik pleitte voor een verbod op het particuliere autobezit. Bij de nababbel sputterde een aanwezig gemeenteraadslid tamelijk voorspelbaar tegen dat ik ‘de economie’ vergat, waarop ik terugcorneliste: “Ach, zit niet zo te ceesjanpennen!”

Bij dezen wil ik vast een aantal door de Haarlemse gemeentepolitiek geïnspireerde werkwoorden claimen voor toekomstig gebruik in het RaDa.

Ceesjanpennen dus, en doordivendallen (oppositie platwalsen, of liever gezegd, het begrip oppositie totaal niet in je wereldbeeld kunnen inpassen), bawitsen (voor zelden of nooit bij een raadsvergadering verschijnen), eikelenbomen (van een louka een tafellaken maken), jeroenfritzen (overal en altijd ‘jongeren en allochtonen’ roepen – ook als het debat over hoogbejaarde autochtonen gaat), tendahoffmansen (weigeren te begrijpen dat niet de hele wereld zo goed, integer en naief is als jij en daar met wijd opengesperde ogen vragen over stellen), een kwestie versjaakvrugten (je morele gelijk in zo’n vorm weten te gieten dat je iedereen tegen je kijgt), ceesdevriezen (in niet geheel nuchtere toestand luidruchtig nuchtere standpunten verkondigen) en om met een ex-raadslid te besluiten: ervandoorstankateeën (elders een mooie baan aannemen en je fractie zo gedesoriënteerd achterlaten dat ze niet meer weten wat links en rechts is).

Oei, je bedenkt ze wel erg makkelijk, merk ik. De bekende Haarlemmers mogen jullie zelf doen. Veel plezier!

.

13 reacties op “Samen pauliencornelissen”

  1. mariusjasperen : Het vanaf een gezonde afstand gadeslaan van Haarlems gekrakeel,het vervolgens analyseren en samenvatten om dan schouderophalend je weg te vervolgen

  2. wieneren (onoverg.; veroud.) – bovenmatig blijk geven van gevoelens van miskenning; vb. Jeroen Brouwers zat onlangs bij NOVA weer vreselijk te wieneren (Vullings)

  3. Midasdekkeren: Ik heb me op het terras het apelazerus gemidasdekkerd, d.w.z. ik heb tot vermoeiens toe getracht op badinerende wijze het dierlijke in de mens te beschouwen en tot uitdrukking te brengen.

  4. dickverkijken 1- (overg.; dickverkijkte, h. dickverkijkt) ijverig spitten in oorlogsverledens. vb. Na twee weken dickverkijken in het archief van het NIOD, ontdekte zij dat de gevierde actrice in 1944 drie weken lid was geweest van de hoorspelkern ( Van Hoore); 2- (wederk.) zich dickverkijken op iets – overtuigd zijn van je gelijk, maar het uiteindelijk niet krijgen. Zie ook: mulischen

    mulischen (overg.) – een door iedereen (behalve Dick Verkijk) geaccepteerd leugentje om bestwil debiteren. Zie ook: zich dickverkijken op iets

  5. revereren: werkwoord dat refereert aan al dan niet gedroomde volksschrijvers.

    Ja ik geloof dat nu de beer wel los is.

  6. Maya Funnekotter-Noordam zit in de H’lemse raad namens de VVD; ik weet helaas helemaal niks van haar. Niettemin: samen met de huisdichteres (niet te verwarren met de stadsdichteres) speculeerde ik over een passende betekenis voor ‘funnekotter-noordammen’; wij kwamen uit bij ‘met veel plezier zitting hebben in een volstrekt overbodige, zeer pietluttige subcommissie, die de bijeenkomsten graag onderbreekt voor knusse onderonsjes en bonbonrondjes – zo’n commissie die verwacht zijn eindverslag uiterlijk in 2014 te hebben afgeborduurd.

  7. @Harrie: mulischen, dat is toch meer het heen en weer lopen langs een terras totdat werkelijk iedereen je gezien heeft?

  8. Punten: als bisschop je gezichtsbeharing vrij laten groeien, zodat je vanaf 20 november ieder jaar nog in ieder geval enige inkomsten geniet (zonder een outfit te huren).

  9. Je hebt gelijk, Sylvia. Dat is zonder meer de eerste betekenis van ‘mulischen’. In 1959 was dit werkwoord in Amsterdam nota bene al in zwang (Reinsma (1979), p. 538). Het zal waarschijnlijk aan mijn bavocentrisme gelegen hebben dat ik me beperkt heb tot de tweede betekenis, die pas dateert uit 2006.

  10. Een grensgeval uit de categorie Haarlem/lexicografie:
    camera van Pop (de; g.mv.; bavomorphisme)- vertaling van ‘violon d’Ingres’; vb. “La basse, c’est mon camera van Pop!” dit le maire d’Haarlem fixc3xa8rement. (Ouest France)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *