Ga naar de inhoud

Vrouwelijke hemelrechter?

Grote goden, wat hadden we misdaan? Ze smeten verlepte kroppen sla tegen de ramen, verdronken zwaluwen, kokend lood, drek, scherpe kiezelsteentjes, drab van acaciabloesem, spatlappen, uitgelubberde doorweekte nachthemden en daartussendoor wervelden waanzinnig de regenvlagen, sommige opstijgend uit de grond.

Ik hield onrustig de wacht tussen de slaapkamergordijnen, alsof dat verschil zou maken voor de bliksem, die zich manifesteerde of het zijn laatste keer was. Gouden spataderen, zilveren luchtrivieren, vurige draken – het repertoire werd lukraak doorgenomen, zo snel dat lichtexplosies en geluidsexplosies zich niet lieten koppelen.

Bij het benedenraam lekte het en nadat ik een noodvoorziening had getroffen zocht ik mijn bed weer op. Uiteindelijk was daar die laatste donderslag, krachtig als een A-bom, een knal die nog minutenlang traag over Europa werd uitgerold. De regen ruiste nog. De eerste merel durfde weer. Ik sliep in.

.

7 reacties op “Vrouwelijke hemelrechter?”

  1. Er is een storm gaan liggen, maar er is een dichter (iets tussen Lucebert, Ter Balkt en Johnny van Doorn in) geboren (of aangespoeld): Gouden spataderen, zilveren luchtrivieren, vurige draken.

  2. Marius ! Met jouw woorden was het een prachtig noodweer !!

    @pr’muts : Zeg dat het niet waar is…arm dapper auto’tje…

  3. Noodweer is voor de vrouwelijke hemelrechter trouwens een goede grond om straffeloos te worden ontslagen van rechtsvervolging.

  4. Goed dat je waarschuwde; kon ik alvast een plekje vrijmaken voor de hond, die uiteindelijk de hele nacht rillend onder een deken heeft gelegen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *