Goedenavond, opgewekte, goedgemutste, montere, zonnige, menslievende, levenslustige Haarlemmers, met jullie pretoogjes en lachrimpeltjes en een vriendelijk woordje en een guitige knipoog voor iedereen!
En ook jullie bijzonder hartelijk welkom, norse, gemelijke, vitterige, rancuneuze, misantropische, misnoegde, gefrustreerde, verongelijkte, zeikende, muggeziftende stadgenoten!
Het zal jullie niet zijn ontgaan: Bernt Schneiders is de eerste burgemeester in de geschiedenis die zich openlijk bekommert om de gemoedstoestand van de inwoners van zijn stad. Onlangs lanceerde hij de campagne ‘Weg met het chagrijn!’. In een interview in het HD riep de burgervader ons op om nou eens te stoppen met knorren en morren – over het leven in het algemeen en over Haarlem in het bijzonder. Er valt zoveel goeds te melden, was de boodschap.
Om zijn evangelie te verspreiden, organiseerde burgemeester Schneiders zelfs een symposium in de Philharmonie, waarvoor hij enkele erkende humeurologen uitnodigde, plus zo’n honderd sfeerbepalende Haarlemmers, onder wie (ai, dat was een lelijke vergissing van hem!) NIET mijzelf en WEL enkele notoire lokale zwartkijkers, van die types bij wie de mondhoeken als een Siamese tweeling ergens onder de kin aan elkaar zitten vastgegroeid.
Eén ding moet ik onze burgemeester nageven: hij durft zich kwetsbaar op te stellen met zijn laten-we-lief-zijn-voor-elkaar campagne. Hij steekt zijn nek héél ver uit en tekent daarop – bij wijze van speciale service voor vileine columnisten – ook nog een keurig schietschijfje en hangt een bordje om zijn nek met MIKPUNT.
Goed, hij vraagt erom, dacht ik. Ik legde aan en… bedacht me.
Want wie over straat loopt, in het openbaar vervoer zit of de kranten leest, kan zelf constateren dat veel Nederlanders het lachen is vergaan. Het is of er een geheimzinnig virus door het land waart dat de lachspieren chronisch heeft aangetast. Dus als we daar een remedie tegen kunnen vinden…
Waar ik ernstige twijfels over heb, is of de burgemeester zich heeft afgevraagd hoe hij voorkomt dat zijn offensief aan kracht inboet. Zo’n aansporing is goed en aardig, maar drie dagen herfstweer en al die door 150.000 Haarlemmers moeizaam bij elkaar geharkte levensblijheid spoelt met de rotte bladeren weg in het riool. Daar moet je reëel in zijn. Wat nodig is om de stemming in de stad duurzaam te verhogen, is een bewustmakingsproces.
Zelf ben ik werkzaam in een van de verzuurdste maatschappelijke sectoren, het onderwijs, en zo kon het gebeuren dat iemand bij een vergadering het onderwerp ‘sfeer’ op de agenda had gezet. We waren er al 10 minuten over bezig (sommigen briesten dat er niets mis was met de sfeer, anderen bitsten dat het gezellig genoeg was zo), toen ik de aanwezigen voorstelde mee te doen aan een gedachte-experiment.
Stel, zei ik, dat we twee personeelskamers hadden, één voor lachebekjes en één voor degenen die liever zaniken, zeveren en zeuren? In welke kamer zou u het vaakst zitten? En waar zou het het drukst zijn?
Op de een of andere manier bleken mijn woorden effect te hebben gehad. De dagen daarna zeeg af en toe iemand naast mij neer, begon gewoontegetrouw aan een klachtenriedel en onderbrak zichzelf dan geschrokken: ” Oh nee, ik zit hier verkeerd!!”
Hoe meer ik erover nadacht, hoe beter het idee van die tweedeling me beviel. ‘Foeteren’ en ‘niet-foeteren’, zoals je in de trein vroeger roken en niet-rokencoupés had. In hun eigen klaagkamer kunnen mopperkonten dan ongestoord aan hun gerief komen, in gezelschap van gelijkgestemden (die zeuren gewoon lekker vinden, of niet kunnen ‘stoppen’), met als bijkomend voordeel dat ze anderen niet meezuigen in hun negativisme.
Ook in de openbare ruimte zouden we zo’n apartheidssysteem kunnen invoeren. Plantsoenbankjes met een zonnetje erop, en andere met een wolken-ikoontje. Hetzelfde is mogelijk voor wachtkamers, rijen bij de kassa, stoelen in de bus, vakken in het stadion, en op termijn misschien zelfs voor hele straten.
Laat u niet afschrikken door de term apartheid. Op mijn bankjes staat niet ‘ slegs vir blanke’. Wie zit te mokken op een bankje met een donderwolkje en zijn pesthumeur voelt wegebben, kan vrijelijk oversteken naar een bankje met een zonnetje, en vice versa.
We hadden het over een bewustmakingsproces, weten jullie nog? Want vergeet het niet: kankeren is een keuze.
Voorgelezen in de Ampzing-Radio 105 Broodkast van 14 okt.
Het is natuurlijk leuk dat de burgemeester dit idee oppert. Maar we lopen voorbij aan degene die echt met dit idee kwam namelijk Ziggy Klazes. Lekker makkelijk is het dan om aan de haal te gaan met een al bestaand concept. Ere wie ere toekomt. En dat betekent voor mij dat het idee nu al inboet aan kracht.
Goed plan.
@ Suzanne : ja, dat is waar, maar het viel bij de burgervader wel onmiddellijk op vruchtbare aarde…en het kan geen kwaad als personen in die positie de kar die ik trek, helpen aanduwen. Hulde aan de burgervader wat mij betreft.
Ik word er sacherijnig van dat ik niet uitgenodigd was.
@Ziggy Ik bedoelde dit commentaar natuurlijk om jou een compliment te geven voor het bedenken van dit mooie goeds. Ik had het gewoonweg leuker gevonden als onze burgervader jou je gang had laten gaan. Want dat is je grootste talent namelijk.
@Gonda Ter jouwer informatie; ook ik was niet uitgenodigd. Haha!x
ik hou niet van positivoxc2xb4s-symposia.
De Moppersmurf
Waar hebt dit nou allemaal voor nodig? Ik ken alleen maar gezellige mensen in Haarlem; hoezo foeteraars? (nou ja…oké, Karel dan…)
Mee eens, Cees! Altijd als ik vanuit Vlaanderen of Frankrijk weer in Haarlem terugkeer, ervaar ik de vriendelijkheid, opgewektheid en voorkomendheid alhier als een warm bad. ‘Weg met het chagrijn’ (A bas la morosité!**) lijkt me dus bij uitstek een exportproduct.
[**’A bas le chagrin (= verdriet)’ zou voor Franstaligen een slogan zijn van het type ‘weg met de zwaartekracht’ of ‘weg met het slechte weer’.]