Zo’n nieuw jaar gaat weer van alles brengen, dat hou je niet tegen. 2009 had van mij nog lang mogen duren, dat was een puik jaar. Van 2010 moet ik het nog maar zien.
We gingen mijn demente vader gelukkig nieuwjaar wensen. Toen we aankwamen, werd hij net gevoerd door een verpleegster. Die vertelde ons ontspannen doorlepelend, dat hij gisteren last had gehad van een oude kwaal. De gezondheidsperikelen waren hem niet aan te zien. Wel ontbrak er een hapje vlees boven een knokkel van zijn linkerhand. Hij was ergens tussengekomen. De wond zag er rauw uit. We zaten goed en wel toen de hele kom soep in zijn schoot kieperde. “Aai, waai…”, zei hij.
We spraken af dat we op hem zouden wachten in het instellingsrestaurant, waar ze hem met schone broek zouden afleveren. Zo’n nieuw jaar gaat van alles brengen, daar was ik eens te meer van doordrongen.
Toen hij terugkwam had hij een spijkerbroek aan. Zonder soepsmurrie, maar ik zie hem niet graag in een spijkerbroek – die droeg hij vroeger nooit. We maakten vriendelijk woordjes tegen elkaar (echt praten is er allang niet meer bij), hij wees ons op iedere Connexxion-bus die langs de Leidsevaart reed. De stemming was goed en het jazzorkestje dat door het gebouw trok, bleef voorlopig nog op veilige afstand.
Toen ze tenslotte toch binnentoeterden, het was de Spaarnetown Jazzband, vreesden we dat het gedaan was met de gemoedelijkheid. Schelle klanken verdraagt hij slecht en hij was toch al nooit zo iemand van hoempahoempa en jolig inhaken.
Een oude vrouw in een rolstoel was achter de muziek aan gereden en sloeg fanatiek de maat, haar gezicht uitdrukkingsloos. Uit de aanwezigen maakten zich twee oudere stellen los, die soepel dansten. Anderen keken gelaten toe.
Bij het eerste applaus sloeg mijn vader mee op de leuning van zijn stoel, glunderend. Bij Sarie Marijs ( ‘die ou Transvaal’) wuifde hij geestdriftig met zijn rechterarm en na afloop roffelde hij weer op die leuning. Wij keken elkaar aan. Er was ergens een diepe vreugdebron aangeboord waarvan wij het bestaan niet hadden vermoed.
Ja, ook dat is 2010!
Mijn vader is 84 en zit ook in een verpleeghuis. Sinds kort draagt hij ook voor het eerst van zijn leven spijkerbroeken. Aangeschaft door mijn broer. Ze staan hem goed en hij vindt het prachtig.
Misschien vind je vader het leuk als ik samen met jou een keer met m’n viool langskom?
Als die reactie van jou is Suzanne, dan zeker! We hebben het er snel over!
Dan moet ik denken aan jullie huwelijksfeest, aan de zangeres wiens naam mij ontschoten is, ze zong over de laatste levensfase van haar vader en die van jouw vader, mijn vader, van zoveel vaders. Ooit waren ze stoere gezinshoofden… Het lied was herkenbaar, zo mooi, maar ook verdrietig. Overgetelijk ontroerend.
Dat je vader nog maar een hele tijd moge leven. Al was het alleen vanwege de verhalen die dat oplevert, de kroonjuweeltjes van het RaDa.
Ontroerend