De kleine Balkenende was een jonge god, een oud lijkende, verwarde jonge god.
Wanneer de kleine Balkenende met de hand over zijn hart streek dan maakte het ‘knak’ en sproeide het vonken.
Wanneer de kleine Balkenende herrie schopte en zijn zware bril wierp naar een tegenstander dan waren er altijd verschillende interpretaties mogelijk, totdat er uiteindelijk voor de verzekering één waarheid moest worden verzonnen.
De kleine Balkenende hing vaak vol met lintjes, aan hem opgehangen door het prinsesje uit de buurt, die twee hielden elkaar in stand en noemden dat genegenheid, respect.
Gastlog van Bernhard Christiansen, die het gisteren in Utrecht voordroeg bij de Vorlesebxc3xbchne. En hier (met toestemming van de auteur) geplaatst omdat ‘adequater volkenrechtelijk mandaat’ vijf dagen na het debat over het rapport Davids nog steeds als een ongewenste mantra in mijn hoofd zit.