Géén nachtmerrie: het goed onderhouden, geasfalteerde fietspad langs een Frans kanaal gaat over in een karrespoor. De eenzame fietser begrijpt dat hij is verdwaald, maar zet koppig door, ook als het karrenspoor overgaat in een modderstrookje langs een kanaaltunnel. Een onwaarschijnlijk lange tunnel.
Flauw verlicht, gelukkig wel, maar zijn onbehagen groeit als de blubber hem dwingt af te stappen en hij vóór noch achter zich daglicht ziet.
Het overkwam mijn HWP-clubgenoot Frank Homburg een paar weken geleden tijdens de proloog van zijn fietsvakantie door Zuid-Amerika en hij schreef erover op zijn reislog. Hoofdstuk één van een fijne misdaadroman, dacht ik toen ik het las.
Dat die roman, Tunnelmoord, al is geschreven, ontdekte ik vanochtend toen ik me naar aanleiding van mijn eigen tunnelervaring van eergisteren in het onderwerp verdiepte.
Mijn tunnel ligt bij Birmingham en dateert uit 1797, toen vervoer over water onontbeerlijk was voor de Industriële Revolutie. In The Black Country werd toen een uitgebreid kanalennetwerk gegraven voor de binnenvaart, met zogenaamde narrowboats. Hoe narrow precies? Zeven voet, oftewel 213 cm. En zo’n 22 meter lang. Tegenwoordig worden de boten zowel gebruikt als woonschip en als pleziervaartuig. Een Engelse vriend woont op zo’n boot en trakteerde ons op een tochtje.
Met of zonder tunnel, vroeg hij, tamelijk overbodig.
De Wast Hill Tunnel is 2475 meter lang, dat stond keurig aangegeven op het bord bij de ingang. We wisten in theorie dus waar we aan begonnen: een uur tuffen door het aardedonker, met alleen het schijnsel van de koplamp.
Het rondje daglicht kreeg de omtrek van een CD, slonk tot een rijksdaalder, een dubbeltje, tot er niets anders van restte dan een twinkeldingetje waarvan het de vraag was of het nog daglicht was of een achteropkomend schip.
Op de wand stond aangegeven hoe ver we nog te gaan hadden. 1200 meter… Het werd steeds killer. Condensdruppels plopten plagerig in mijn nek. We maakten progressie, onmiskenbaar, maar wat duurde het lang!
Onze kapitein had de tocht door deze onderwereld diverse malen eerder gemaakt, maar ook voor hem bleef het spannend. Als er een tegenligger uit het zwart opdoemde, zouden we nog maar een paar centimeter speling hebben.
Een paar keer passeerden we een ventilatieschacht, wat zeker geen luxe was. In Frankrijk heb je het Souterrain de Riqueval, een tunnel van bijna zes kilometer. Die tunnel heeft nauwelijks ventilatie – de schepen worden er met een ketting doorheen gesleept.
Toen we eindelijk weer grijze regenwolken boven ons hoofd hadden in plaats van zwart beroet steen, was ik opgelucht dat de wereld er nog gewoon was, met alles erop en eraan, zoals voordat we de tunnel ingingen. Op het jaagpad zwoegden bezwete trimmers, de eenden bedelden om brood en onze ogen waren blij dat ze weer genoeg te doen hadden.
Toegift: een foto van de huisdichteres aan het roer van de narrowboat.
Mooi beeldend (letterlijk en figuurlijk) beschreven. Lijkt mij ontzettend spannend, zo’n tunneltocht.
Inderdaad heel mooie beelden. Het idee al! Door zo een tunnel….Wat zou live muziek daar doen? 2 September a.s. op de oude weg naar Adam een concert…bij de Ikea ad andere kant van het station (Spaarnwoude)…viool/altviool passacailla van Halvorsen…mooi en met versterking en echo….hmmmmm
Wat fijn dat je het log weer hebt opgepakt, en nog wel met een hele mooie! De hele zomer over die bieremmers vond ik maar niks
Nou begrijp ik het!.. In zo’n tunnel heb je natuurlijk geen WIFI verbinding om dagelijks je blog te verversen. Het is je vergeven.
Zolang de kapitein zich maar niet voorstelt met: aangenaam, Charon is de naam, kan het een leuk tochtje zijn.
Je zal lek gevaren worden en zwemmend die tunnel uit moeten.
Je had eerst niks in de gaten maar merkt een tijdje na de aanvaring dat het dek onder loopt… en er is geen reddingsbootje aan boord! OMG!!! Verder geweldige foto’s Marius.
Mooi! Wel ernstig jaloers.