Ga naar de inhoud

Daggerdagen

De opkomst van het fenomeen ‘daggeren’ was mij geheel en al ontgaan. Na mijn mislukte experimenten met valeta en foxtrot bij de familie Schröder (late jaren ’60), heb ik de ontwikkelingen op dansgebied niet meer gevolgd, zelfs niet van veilige afstand.

Daggeraars voeren een soort disco-coitus uit, maar met hun kleren aan / met gesloten gulp. Toen ik het neologisme bij de kandidaatwoorden van 2010 zag staan, liet ik het in mijn onschuld rijmen op ‘baggeren’. De juiste uitspraak is echter ‘deggeren’, er is een verwantschap met het Engelse dagger(=dolk).

Vanochtend vroeg liep ik, met koffie knoeiend en verwensingen morsend, van NS-perron 6 (waar mijn trein was uitgevallen) via een modderig paadje over het opgebroken Stationsplein naar bus 75. Het woord ‘daggeren’ kwam bij mij op, met een Hollandse ‘a’, als in ‘plaggen’.

We zouden er een nieuw werkwoord van kunnen maken voor het geploeter en getob in de lichtloze laatste dagen van het jaar, bedacht ik.

De daggerdagen: als je ‘s ochtends in het donker door de regen naar je werk gaat en ‘s avonds in het donker door de natte sneeuw weer naar huis glibbert. Die betekenis moet toch kunnen aanslaan? Naar de Kerst toe daggeren. Nog even doordaggeren tot het eind van de week. Wat een rotdag… alleen maar gedagger. Daggeren, voor mij nu al woord van het jaar 2011!!!

(Dat kan er nog wel bij: tot mijn teleurstelling lees ik net in De Pers dat het Nederlands het woord daggeren al kent: ‘zwaar of moeizaam stappen’; nou ja, dat laat zich makkelijk vereniging met mijn meer specialistische betekenis.)

3 gedachten over “Daggerdagen”

  1. Juist mooi, die oudhollandse betekenis: zwaar en moeizaam stappen we door de daggerdag.

  2. Ploeteren in natte sneeuw? Een fenomeen waar ik als inverse eskimo geen beeld bij heb. Niet doen, zeker niet ‘s winters.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *