Kalende, middelbare man in veel te veel jack schuifelt uit café de Doorzetter en mompelt iets tegen een passerende vrouw. Ik versta niet wat, maar in de laatste lettergreep zit een o-klank.
“Ja en ík ben Jezus!” riposteert de de vrouw pinnig en loopt door zonder om te kijken.
Zo’n halve dialoog kan mij lang bezighouden.
**************
Wel afgemaakt, maar afgekeurd:
“Weet je waar ik vanochtend mee wakker werd?” vraagt een vriend van mij en schrijft de achterkant van een bierviltje vol (leve de bierviltjes met een lege achterkant – benut ze, beste Raarlemmers, zolang ze er nog zijn!).
Vierentwintig zielen
In mijn borst
En XX XXXX XX
XXX XX XXXXXXXXXXXX
XXXX XXXT…
De huisdichteresen ik keken elkaar aan. Dat iemand daarmee wakker wordt kan hij niet helpen natuurlijk, maar we waren het er meteen over eens. Er gingen kruisjes door het tweede deel van de nachttekst. Want zo’n pakkend begin verdient een waardig einde.
Anyone?
(Aan versvorm, metrum en lengte worden geen eisen gesteld en niemand – ongeacht zijn aantal zielen – is uitgesloten van deelname)