Kijk, de toekomstdroom van minister Henk Kamp, dacht ik toen ik in de Korte Houtstraat dit schilderij in de etalage zag staan.
De gewaardeerde Bulgaarse seizoensarbeiders op het Brabantse platteland zijn vervangen door werklozen van eigen bodem, hier tevergeefs op zoek naar de te plukken aardbeien.
Ik maakte een babbeltje met de kunstenares, Christine Peursum. Grappig, zei ze, dit schilderij blijkt steeds op een andere manier actueel. Een paar jaar geleden zag men in die vier mannen nog berooide bankiers en speculanten, die door de honger gedwongen in het gras naar eetbare knolletjes en wortels graaiden.
P.S. De foto moest vanuit een rare hoek genomen worden, misschien dat ik na de drukte van de Vijfhoek Kunstroute terug ga om een betere te maken.
Het RaDa schreef eerder over Peursums vier vrolijk voluptueuze vrouwen te schaats. Zie hier
Bijna niets vermoedend liep ik op de laatste zondagochtend-vroeg de Nieuwe Kerk binnen op de tonen van een gitaar. Even later hief een man met een lampenkapje op zijn hoofd(Marcel?)een ijl gezang aan. Met al die kunst aan de wand enzo…”Haarlem wat ben je mooi, Haarlem wat ben je prachtig….”
Dat was Maurice en wat vond je van al die kunst aan de wand, Mug?