Het concert stond op het punt van beginnen toen een ouder echtpaar aan kwam stiefelen en een plekje uitkoos twee rijen voor ons, in het midden van de kerk. De man keek om zich heen, bril wankel op het puntje van zijn neus. “Weet u misschien waar wij hier van die boekjes kunnen krijgen?” vroeg hij aan de mensen achter hem, die wel allemaal boekjes hadden.
Hij stond op, oriënteerde zich, en drentelde stijfjes terug naar de ingang van de Grote Bavo. Hij helde bij het lopen licht achterover, alsof hij pantoffels droeg in een veel te grote maat. Toen het orgel inzette, was hij nog niet terug.
Zijn vrouw had al een paar keer ongerust over haar schouder gekeken, toen hij eindelijk aan kwam zetten, met programmaboekje. Ter hoogte van onze rij hield hij zijn pas in, spiedde opzij, aarzelde, nee, hij zag haar niet. Hij nam de verkeerde beslissing en dribbelde door. Zijn vrouw stond half op, hief een arm en stolde in die ongemakkelijke houding, achter zijn rug. Hij keek niet meer om, ze liet zich vertwijfeld terugzakken, maar het liefst was ze in de achtervolging gegaan, dat zag je.
Bijna vooraan verloor de man het vertrouwen in zijn missie. Hij plofte in de eerste vrije stoel die hij zag. Daar zat hij, een paar tellen maar, toen bleek de scheiding toch ondraaglijk. Hij stond weer op, tuurde onzeker de kerk in, hopend op redding. Zij zwaaide, eerst besmuikt, hij zag het niet, zij zwaaide wanhopig, hij zag het nog steeds niet, ze wou heel hard ‘Piet!!!! Piet!!! Hier!!!’ roepen, maar dat kon niet en pas na veel pantomime werden ze herenigd. Er vielen geen verwijten.
Samen oud worden… Ik hoefde niet naar de huisdichteres te kijken om te weten dat zij ook ontroerd was. En zou de man na al zijn avonturen dat programmaboekje nog hebben ingezien? Het koraal bij de sonate die zijn zoektocht begeleidde, was verrassend toepasselijk: ‘Aus tiefer Noth schrei ich zu dir’.
P.S. In de Grote Kerk stond De Spin van Fokker al opgesteld, klaar voor de expositie (en bij Michel van Bergen kun je zien hoe hij naar binnen vloog dat dat nog heel wat voeten in de aarde had).
Mij emotioneert dat ook altijd. Het zou kunnen dat m’n grote gevoeligheid voor dit soort taferelen en voor bijvoorbeeld een song als Les Vieux (Brel) te maken heeft met ons lidmaatschap van de ‘Club de grande diffxe9rence d’xe2ge’. Tel bij het verschil van 18 jaar de statistische vijf-en-een-half jaar hogere levensverwachting van B. en je weet bijna zeker dat je samen nooit ‘bras dessus, bras dessous’ over straat zal schuifelen.
Les Vieux: http://lyricskeeper.nl/nl/jacques-brel/les-vieux.html voor tekst met doorklik naar Youtube + ondertiteling
@Harrrie: Ja, al die voorlanden en niet-voorlanden… Ik moet er trouwens niet aan denken dat over 20 jaar een middelbare blogger de tafereeltjes die ik in mijn hulpeloosheid opvoer, gretig optekent en mij dan zo ontroerend vindt. Al zou het natuurlijk mijn verdiende loon zijn.
Ha, dat is een fragment van het roemruchte optreden van Brel in Bergen (NH). Let op die koperen ketel in de rustieke schouw en het beschaafde applaus van Adriaan Roland Holst c.s. Zie o.a.: http://www.koppop.nl/archive.php?archId=7
Voor een iets heftigere uitvoering, met Ondes Martenot (v.a. min. 1.50) maar zonder tekst en ondertiteling: http://www.youtube.com/watch?v=s8WQkuN7t9w
Qua denkbaar voorland: zie de prachtige foto van Maria van der Hoeven en haar man in de Volkskrant (vandaag, 6 aug. 2011, p.21). Wat me aan deze foto o.m. opvalt is dat je kleren echt (actief) moet ‘dragen’. De meeste alzheimers zien er – op z’n best – uit als een boer in z’n zondagse kleren. Het is niet meer te zien of het pak en overhemd gekocht zijn bij Meddens of v/h de Gako.
@Harrie: Ik heb de foto nog niet gezien; vandaag in NRC nog zo’n actieve drager in zijn nadagen: Drs.P. (geboren 1919, Thun), die de jaren na zijn tachtigste beschouwt als een ‘aanhangsel van het leven’, maar er – met sigaar en bril – nog even stijlvol uitziet als 20-30 jaar geleden.