Ga naar de inhoud

Natuurpeuzelaars

Bloemendaal gold in de 19e eeuw als een toeristenoord; dat het dat niet meer is, wijt het HD (20-8) onder meer aan de bebossing en daarmee het verdwijnen van de vergezichten over wat ooit het karakteristieke duinlandschap was:

‘Het duingebied met zijn zandverstuivingen en sympathieke flora en fauna is in hoog tempo dichtgeslibd’, schrijft Kees van der Linden, die deel uitmaakt van een ploegje HD-journalisten dat een paar dagen in het dorp kampeert.

Geen zandverstuivingen? Toevallig liep ik deze week in de Kennemerduinen, in de buurt van Parnassia. “Hé”, zuurde ik,”hier hadden ze ooit toch een zandverstuiving aangelegd? Of vergis ik me?”

Er stoof niets. Geen korreltje. Dit was een ex-zandverstuiving. Kennelijk moet er toch af en toe een duinwachter met een schoffel door het rulle zand, anders heb je zo weer de oude vertrouwde pampas.

‘Sympathieke flora’ kwamen we wel tegen. In ons gezelschap waren een paar overtuigde natuurpeuzelaars, die zich met graagte tegoed deden aan al het duinbanket dat ze tegenkwamen: rijpe bramen en wilde aardbeitjes en (voor de hartige trek) een soort raketsla.

Zelf vertrouw ik voedsel pas als er een sticker met een barcode op zit, dus ik zag met verbazing toe wat er gebeurde toen we ergens een onbekende soort ontdekten.

Voor mij zijn vrijwel alle soorten onbekende soorten, dat moet ik erbij zeggen, maar ook de botanisch geschoolden kenden hem niet. Een soort duinframboos, met een bloem/vrucht? van rode besjes/bolletjes. En ja, sympathiek, zo sympathiek dat… Zouden die rode dingetjes te eten zijn? Zouden ze de tong strelen?

Ik zag het gebeuren, nieuwsgierigheid en begeerte wonnen het van prudentie. De rode dingetjes moesten en zouden op het puntje van de tong en toen die niet terstond adstringeerde en zwart werd, werden ze geplet tussen de tanden en ingeslikt.  Ik beken, toen de bolletjesslikkers niet ter plekke krepeerden, was ik enigszins opgelucht, want in magen leegpompen ben ik al even slecht als in determineren.

Iemand trouwens een idee hoe het desbetreffende plantje heet?

Ten slotte een foto van vier paranonnen en drie potten in de voortuin van Parnassia.

 

6 reacties op “Natuurpeuzelaars”

  1. @Ze smaakten in elk geval niet naar mxe9xe9r (en een van de eters heb ik nadien nog teruggezien, de andere niet)

  2. @pr’muts: Grijns naar NZ!

    Maar TATAAAA… we hebben een antwoord, met dank aan Joke en Joice. En niet zomaar een groeisel. Het gaat nota bene om een plant die alleen in Haarlem en omgeving is ingeburgerd, de RODE AARDBEISPINAZIE! En die peuzelaars waren zo gek nog niet, afgaand op de beschrijving:

    ‘Rode aardbeispinazie heeft rechtopstaande tot opstijgende stengels.Deze zijn rond van vorm en onbehaard.Verspreid hierlangs staan de eivormige tot pijlvormige bladeren die een getande rand hebben en een spitse top.

    De bloei vindt plaats van juni tot augustus. Tijdens de bloei is het bloemdek geelgroen. Dit zwelt daarna op en wordt dan helder rood, sappig en zoetig.De zaden zitten, net als bij de aardbei, ingebed in een vlezige, rode ‘verzamelvrucht’. Deze xe9xe9njarige plant is alleen maar ingeburgerd
    in de omgeving van Haarlem.Van daaruit heeft ze zich uitgebreid naar het noorden en het westen. Met name is ze te vinden langs paden en in bermen op zand dat droog en kalkhoudend is.’

  3. @Richard: Dat wordt voortaan kiezen tussen bieten- en hazelnotensmaak! En ‘schijnbloem in schijnaar’… het is nu alweer een leerzame dag!
    Mooie naam ook, ‘adventief’.
    En ik wil de oermensen natuurlijk ook nog complimenteren met hun eetxednstinct’.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *