Ga naar de inhoud

Pleintje erbij?

Wat zou je liever zijn, kuddedier of solitair, is zo’n ma-wo-vrij of di-do-za-dilemma.

Maar vanochtend had ik geen moeite om te kiezen. Na drie dagen excursie in een metropool met 45 leerlingen in mijn kielzog en gisteren een dagvullende teambuilding, kreeg ik ineens een lege dag in de schoot geworpen doordat er een afspraak verviel.

Een schitterende nazomerdag bovendien. Rond het middaguur slenterde ik langs Haarlems terrassen op zoek naar een aangenaam plekje. Grote Markt? Te druk. Stempels? Nee. De Waag? Dicht. Tante Saar of Spaarne 66? Vol. En zo bereikte ik na een lange, lome slinger het Raaksplein en zeeg neer aan het eerste het beste tafeltje in de zon.

Raar, zo’n nieuw plein. Het wordt door anderen al maanden druk gebruikt, dat zie ik in het voorbijgaan, maar voor mij bleef het tot vandaag als een onbeslapen matras, een snijplank met het verpakkingsfolie er nog omheen, een colbertje waar mijn kreukels nog niet in zitten. Misschien komt het door de in het gebied heersende hoekigheid en blokkigheid dat ik er tot nu toe niks mee had. (Zegt iemand nog wel eens Feng Shui?)

Oh… een Japanse serveerster. Mijn tafeltje hoort bij Shabushabu – all you can eat, niet bij De Jopenkerk. Alleen een espresso drinken mag, maar nadat het plein en ik even de tijd hebben genomen om aan elkaar te wennen, ga ik overstag en vraag om de kaart. En even later om een vork in plaats van eetstokjes, voordat mijn sluimerende welbehagen wordt verpest door een kluwen vluchtgevaarlijke noedelsliertjes in soyasaus in mijn kruis.

Ik smul van Gods Without Men, smikkel van mijn sushi, monster de passanten en het uitgestalde publiek aan de naburige tafeltjes. Er komt een jonge vrouw aan het tafeltje naast me zitten. Eerst buigt ze zich over haar I-pod, als een eekhoorntje dat beukenootjes sorteert voor de wintervoorraad; al snel weet de zon haar te ontdooien. Haar vest gaat uit, ze bestelt nog een paar extra gerechtjes en als ze zichtbaar voldaan achteroverleunt, vloeien onze tevredenheden als vanzelf in elkaar over. “Jij hebt het vast ook wel eens slechter gehad?”

Ik reken af en als ik (weer solitair) wegloop, vraag ik me af of ik er een pleintje bij heb.

Het Raaksplein? Het begin is er. Maar op een dag als vandaag had ik ook nog met volle teugen genoten als ik op het Milieuplein van Spaarnelanden bij het inleverpunt Klein Chemisch Afval in de regen op een gammel houten krukje naast een smakkende, boerende halitosislijder had gezeten. Nee, niet overdrijven. Die regen moet weg.

4 reacties op “Pleintje erbij?”

  1. Het heet niet Raaksplein.
    Maar ik ben er nog steeds niet achter of het nu Hortusplein of Gratieplein heet.
    Beide namen worden gebruikt, dus de goegemeente weet het ook niet.

  2. Marius (RaDa-reda)

    Curieus! Maarruh… Hortusplein? Er staat één, iel boompje. En Gratieplein? Echt gracieus vind ik het zoals gezegd niet, met een lelijke AH op de hoek. Ik houd het omwille van de duidelijkheid toch nog even bij Raaksplein (erop vertrouwend dat dat het wel zal worden in de volksmond).

  3. Op de voorpagina van Haarlems Dagblad van vandaag staat een foto van het Hortusplein, onder de kop: ‘Eindelijk – In de zon op Haarlems nieuwste pleintje’. Links op de foto is de Jopenkerk met terras prominent in beeld, rechts zie je nog net het Japanse sushirestaurant. Grappig dat Haarlems Dagblad en Raarlems Dagklad dezelfde nieuwskeuze maken (of is er overleg tussen de chefs van beider stadsredacties?).

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *