Ga naar de inhoud

Zedigheidspoeder

Mijn jaar is begonnen met een sluipgriepje – ziekjes/ziekig meer dan echt ziek; banklegerig, niet bedlegerig. De vakantie heb ik dan ook doorgebracht in aangename ledigheid/lezigheid. Snacklezen, van alles wat, geen zware kost/dikke pillen.

(Zo, en nu ophouden met slashes/ Duitse komma’s/schuine streepjes!)

Van de biografie van Jan Timman had ik meer verwacht. Journalist John Kuipers heeft weliswaar een aantal sterke anecdotes bij elkaar geharkt, maar al met al vond ik De geest van het spelrommelig en oppervlakkig. En nergens een schaakdiagram te bekennen…

Meer plezier beleefde ik aan Marita Mathijsens essaybundel Vroeger is ook mooi. Net wat ik in mijn bleke toestand nodig had, een schrijfster met een goede bedside manner, zoals de Engelsen dat noemen bij een dokter: gezag en geleerdheid gepaard aan vriendelijkheid. Dat de stukken veelal zijn gebaseerd op lezingen, draagt bij aan hun directe, persoonlijke toon.

Het zwaartepunt ligt zoals te verwachten bij de negentiende eeuw, die in Mathijsen een warm pleitbezorgster vindt. Vanuit bavocentristisch oogpunt vermelden we hier de romantiektoets waaraan zij Bilderdijk onderwerpt (Bilderdijklezing 2008) en ‘Haarlemse herrie’, een lezing voor het Thijmgenootschap in 2006, over de onevenredig hoge schrijversdichtheid hier ter stede en de zelden neutrale houding van onze literaire lokalo’s tot hun stad. Mulisch’ overbekende ‘negerwijk van Amsterdam’, dat werk. Deze, van Theo Thijssen, was nieuw voor mij: ‘Alles went. Haarlem ook.’

Een van de aardigste stukken vond ik ‘Nonnenopvoeding’, vanwege de onverwachte wending die het tegen het eind neemt, met de non als intelllectueel rolmodel en carrièrevrouw. De preutsheid hebben we dan al gehad. Van mijn moeder wist ik dat ze vroeger op haar Brabantse kostschool uit kuisheidsoverwegingen werd gedwongen een badhemd te dragen. Nieuw voor mij was de toepassing van poudre de pudeur– een goedje dat het badwater ondoorzichtig maakte, opdat de meiskes niet in de verleiding kwamen te genieten van hun eigen naaktheid.

Behoudens andere verwijzingen naar Mathijsen, leverden mijn vluchtige naspeuringen op het Grote Boze Wereldwijde Web weinig op. Wie is de uitvinder van dit fatsoenspoeder? Wat waren de ingrediënten? Is het nog in de vrije handel leverbaar? Het enige wat ik vond, komt uit La Pilule, een Frans satirisch tijdschrift, jaargang 1973:

Snap 2012-01-06 at 11.47.31

‘Transparence coupable…’ Zo, die blijft ook nog wel even door mijn koortsige hoofdje spoken, in deze tijden waarin ‘transparantie’ zo hoog in het vaandel heet te staan!

3 gedachten over “Zedigheidspoeder”

  1. Ohhh, Marita Mathijsen, fantastische schrijfster! Je mag haar tweedelige “Brieven van De Schoolmeester” (Gerrit van de Linde) van me lenen als je nog koorstsig en ledig bent.

  2. @Carel: Dank voor het mooie aanbod, waarvan ik geen gebruik zal maken. Die twee boeken stonden hier in de kast (voor een prikkie bij de Slegte gekocht, als ik me goed herinner) en -dat is het goede nieuws! – slechts voor een kwart gelezen. Al bladerend kwam ik zojuist een paar kostelijke passages tegen, dus ik promoveer ze naar een plek op de leestafel. [‘Amicissime, Uw brief vond mij op ‘t bed, in ‘t algemeen, en meer speciaal op een sponde-secreet, met een geweldige borstziekte begaafd en in doodsbenaauwdheid wegens het bijzijn van een slaapkameraad die mij sints een geruimen tijd het leven tot een kruis maakt en dien al de pillen van Old Engeland tot nog toe niet weg hebben kunnen werken. Reed sedert lang was ik ziek doch altijd wandelende langs ‘s Heeren straten, doch nu heb ik weder bloed gespogen, ben bedlegerig, onder de handen van een gepoeijerden kwakzalver en voor het overige beroerd en wel.’]

  3. Marius, wat een begerenswaardige toestand, die banklegerigheid van jou. Dat ze daar nu eens een pil voor uitvonden! Ik ben altijd of te ziek om te lezen (meestal migraine) of te gezond, en dan heb ik geen tijd/rust.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *